Couwenberg, Marinus Johannes (Marinuske)

Geboren te Besoijen op 22 december 1851 als zoon van schoenmaker Leonardus Couwenberg (Oisterwijk 11 november 1821-4 mei 1894) en Maria Catharina van Strijdhoven (Oisterwijk 16 september 1814-10 mei 1880). Hij huwde op te Oisterwijk op 29 januari 1883 met de naaister en weduwe Johanna Massuger (Oisterwijk 5 november 1845-1 september 1885) en op 16 januari 1893 te Oisterwijk met de weduwe Adriana Heessels (Udenhout 7 maart 1857-Oisterwijk 8 september 1928), met wie hij twee zonen en een dochter kreeg. Adriana had drie dochters uit een eerder huwelijk. Hij was werkzaam als schoenmaker. Van juni 1886 tot half januari 1890 en van 21 mei 1890 tot 15 december 1892 verbleef hij in Tilburg (wijken Korvel en Heuvel) bij zijn gehuwde zus, hij werkte daar als schoenmaker. Na 1900 was hij werkzaam als colporteur. Hij was in de periode 1914-1932, als oudste tamboer van het Sint-Barbaragilde, door de gemeente betaalde klepperman en dorpsomroeper. Couwenberg kon niet lezen, maar leerde de teksten die hij moest uitspreken van buiten. Vlak voor zijn overlijden had hij nog een handel in taai-taai. Hij stierf te Oisterwijk op 24 november 1935.