Ierland, Adriaan van

handtekening Adriaan van Ierland

Geboren te Oisterwijk op 20 januari 1872 als zoon van de dagloner Cornelis van Ierland (Tilburg 29 december 1806-Oisterwijk 6 februari 1872) en zijn tweede vrouw Maria Verhoeven (Oisterwijk 12 januari 1830-9 maart 1897). Adriaan huwde op 4 mei 1898 te Tilburg met Agnes Waterman (Schiedam 24 februari 1866), met wie hij in Tilburg twee dochters kreeg. In Oisterwijk groeide Van Ierland op aan het Kerkeind samen met zijn moeder, zijn vader stierf al toen Adriaan nog slechts twee weken oud was. Hij vestigde zich in 1897 te Tilburg als schoenmaker. Op zondag 21 november 1897 werkte hij mee aan de eerste buitengewone winteruitvoering van de Oisterwijkse toneelvereniging Concordia als diletttant uit Tilburg. In Tilburg begon hij vanaf 1900 furore te maken als komiek. Hij won voordrachtsconcoursen, trad veel op in Brabant en kreeg dikwijls lovende recensies. Hij vormde enige jaren een duo met de uit Breda afkomstige komiek Antoon Voeten. In 1909 won hij in Valkenburg een duettistenconcours met zijn stadgenoot August de Laat, met wie Van Ierland daarna vele optredens in Nederland en België zou verzorgen. De Laat en Van Ierland kenden elkaar waarschijnlijk van de Tilburgse toneelvereniging Ars Longa Vita Brevis (‘Kunst duurt lang maar het leven is kort’), waar Van Ierland soms als gastacteur meespeelde. Blijkens berichten uit de Tilburgsche Courant over optredens in Hotel De Twee Steden in Den Haag en weergaven van complete tourneelijsten, traden ze ook buiten de provincie op. Vol trots werd melding gemaakt van een optreden in concertzaal De Gouden Ster te Antwerpen (‘Wel een bewijs, dat hun werk ook in het buitenland gewaardeerd wordt.’). Op 15 juni 1910 maakten ze volgens de Tilburgsche Courant een tiental plaatopnamen te Amsterdam. De twee traden in september 1910 ook in Oisterwijk op (voor de zangvereniging Koningin Emma in de zaal van Meijs). De Laat en Van Ierland leken definitief door te breken, maar Van Ierland verhuisde in september 1911 met zijn gezin naar Rotterdam om er zich te vestigen als schoenmaker. In 1918 maakte hij een korte comeback als partner van August de Laat, die na de Eerste Wereldoorlog zijn bestaan als artiest opnieuw op moest starten. In 1919 werd Van Ierland echter alweer vervangen door de Bredase grappenmaker Henrico, die op zijn beurt weer vervangen werd door Ko de Laat. Tot in het begin van de jaren dertig zou Van Ierland nog incidenteel optreden als invaller in het ensemble van August de Laat. Hij overleed te Rotterdam op 5 mei 1942.