Lucardie, Henriëtte Johanna

H.J. Lucardie

Geboren te Rotterdam op 28 april 1877 als dochter van Jean Pieter Johannes Lucardie (Rotterdam 1 juni 1846-28 februari 1933), directeur Rotterdamse zeevisserij, en Maria Veder (Rotterdam 2 augustus 1844-29 augustus 1930). Het gezin woonde in 1886 West Zeedijk 592 Delfshaven. Zij huwde te Rotterdam op 28 maart 1901 met jonkheer Maarten Reuchlin (Rotterdam 5 januari 1871-1925), een Rotterdamse wijnhandelaar en zoon van Otto Reuchlin, wijnhandelaar en in 1871 medeoprichter Holland Amerika Lijn. Maartens broer Johan George (Rotterdam 6 december 1874-Atlantische Oceaan 12 april 1912) was één van de drie Nederlandse slachtoffers bij de ramp met de Titanic. Maarten Reuchlin kocht in 1920 van de Amsterdamse zakenman Adriaan Kleiweg de Zwaan een deel van het Oisterwijkse landgoed De Hondsberg. Aan de Moergestelseweg liet hij op een stuk land een vakantiehuis bouwen (bosvilla Capnion). In het huis werd op het noorden een atelier aangebracht . Zijn vrouw Henriëtte Lucardie tekende daar onder anderen in 1926 een Brabantse vrouw met poffer en het Rietven. Zij volgde een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en was daarnaast ook de leerling van zowel Antoon Derkzen van Angeren (etslessen), Alexander Henri Robert van Maasdijk, Simon Moulijn (Lithograferen) en Ferdinant Oldewelt. Reuchlin-Lucardie was naast schilder ook aquarellist, tekenaar, etser, lithograaf en graveur. Van haar zijn zowel pentekeningen, hout- en kopergravures, portretten, stillevens (o.a. bloemen) en Indonesische landschappen bekend. Haar beeldend werk is deels in familiebezit en wordt deels bewaard in museum Boymans van Beuningen in Rotterdam en Stedelijk Museum Schiedam. Ze werkte van 1892 tot 1970 in Parijs, Bonn, Teteringen en Rotterdam. Zij was lid van Arti et Amicitiae (Arti, Amsterdam), de Vereeniging Sint Lucas (Amsterdam) en van de Rotterdamsche Kunstenaars-Sociëteit. Na de dood van Maarten in 1925 werd hun zoon Otto (Rotterdam 8 april 1902) eigenaar van Capnion. In 1929 verkocht hij de villa aan zijn nicht jonkvrouw en verpleegster Carolina Helena Reuchlin (Rotterdam 5 juli 1908-3 maart 1999), een ongehuwde dochter van Johan George. Zij zou in Oisterwijk bekend worden als ‘de freule’. Henriëtte Johanna Reuchlin-Lucardie werd in 1968 door de Rotterdamse Kunststichting geëerd met de Van de Leuve-penning. Zij overleed te Rotterdam in september 1970.

Literatuur: Piet Jacobs, ‘Capnion: een villa vol verhalen. Het rijke verleden van een Oisterwijkse bosvilla’, De Kleine Meijerij 53 (2002) 135-139.