Saint Mourel, Lys

Lys de Saint Mourel in afbeelding boek Nepveu

Eigenlijke naam Elisabeth Someruell en waarschijnlijk uit Schotland afkomstig. Zij huwde met Swiger Borstelmans, met wie ze twee dochters kreeg en vervolgens op 11 oktober 1676 te Den Bosch met Hendrick Weyerman (overleden 1695), weduwnaar en ruiter in het Staatse leger, met wie ze een zoon kreeg. Haar naam is verbonden met een boek van Franciscus Lievens Kersteman (1728-1793?). Deze befaamde broodschrijver en oplichter had in de tweede druk van zijn biografie over haar zoon, de Zeldzaame levens-gevallen van J.C. Wyerman (1763), een Aanhangzel toegevoegd waarin hij voorgaf het leven van Lys Sint Mourel, zoals hij haar noemde, uit de doeken te doen. In dit verhaal is ze van hugenootse afstamming en woonde ze in een dorpje in de Meierij. Na de dood van haar ouders was zij als dienstmeid gaan werken in een Eindhovense of Tilburgse herberg en had daar een Franse koopman neergestoken die haar probeerde te verkrachten. Uit angst voor het gerecht was ze gevlucht en vermomd als boerenjongen onder de naam Tobias Morello was ze aangemonsterd bij het Spaanse leger. Ze klom op van tamboer tot sergeant. Bij het beleg van Bonn raakte ze gewond en ontdekte een arts dat ze vrouw was. Kersteman borduurde hier voort om een eerder door hem uitgegeven werk over Maria van Antwerpen uit Breda (De Bredasche heldinne 1751), waarvan wel bekend is dat zij als travestiet in het leger diende. Vervolgens werd het verhaal door mr. J.I.D. Nepveu, die verhalen in het blad Aurora schreef, in 1840 gepubliceerd onder de titel Tobias Morello (1669-1674). Het drama met het dienstmeisje speelt zich dan af in de Tilburgse herberg De Gekroonde Zwaan en Lys Saint Mourel komt dan uit Oisterwijk, waar haar vader Ludovic de Saint Mourel als hugonoot naar toe zou zijn gevlucht met vrouw en kinderen. Hij zou er contact onderhouden met Jodocus Willichius. Jacques R. Sinninghe laat, weer veel later, het meisje niet van Oisterwijk maar van Helvoirt komen. Deze verhalen worden echter niet gestaafd door historische gegevens. Bekend is slechts dat van Elisabeth Someruell twee dochters in Den Bosch gedoopt zijn: Sara (25 oktober 1674) en Swigera-Maria (17 mei 1676). Waarschijnlijk reisde Elisabeth aanvankelijk met haar tweede man mee met het Staatse leger, mogelijk als marketentster. In ieder geval verbleef zij in een legerkamp bij Charleroi toen zij op 9 augustus 1677 een zoon ter wereld bracht (Jacob). Haar huis in Den Bosch deelde ze met een ongehuwde halfzuster. Ze zat enige tijd in de gevangenis van Den Haag na een ruzie met een Bossche buurvrouw. In 1680 verhuisde ze naar Breda waar ze een handeltje in kant had, als marketenster wijn verkocht aan soldaten buiten de stad en met haar halfzuster een eethuis had. In 1689 verleende ze onderdak aan een weggelopen meisje. Na 1690 ging het haar economisch goed, ze kocht een huis en kon leningen aan soldaten verschaffen. Elisabeth Someruell overleed op 26 januari 1723 en werd op 1 februari begraven in de Grote Kerk van Breda. Het verhaal over Lys Saint Mourel sluit aan bij een traditie van vrouwelijke travestie die van de zestiende tot het begin van de negentiende eeuw in heel Europa bekend was. Maria van Antwerpen verklaarde geïnspireerd te zijn geweest door eerdere voorbeelden. Mogelijk kunnen hiermee twee in Breda woonachtige vrouwen bedoeld zijn: Elisabeth Someruell en de Engelse zeerover Mary Read (circa 1685-1721). Zich als man verkleden was een goede manier om werk te vinden, want naar soldaten en matrozen was altijd vraag.

Literatuur: Frans Wetzels, 'Someruell, Elisabeth', in Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.