Strijen, Cornelis van

Gedoopt te Breda op 2 januari 1755 als zoon van Cornelius van Strijen en Maria Bax. Hij huwde op 9 juli 1785 te Roosendaal met Wilhelmina Catharina Vissers (Roosendaal 16 december 1764-Wijk bij Duurstede 27 juni 1856), met wie hij tenminste zeven zonen en vier dochters kreeg, waarvan tien geboren te Oisterwijk. Hij kwam uit Nispen op 25 november 1787 naar Oisterwijk, waar hij A. Wanders opvolgde als predikant. De Petruskerk waar de protestanten kerkten verkeerde in slechte toestand, en er moest uitgeweken worden rond 1800 naar een klaslokaal. In 1806 is Van Strijen een tijdje zoek toen hij een van zijn kinderen in Amsterdam ging afhalen. Depressiviteit nekte hem en hij zwierf een tijdje rond. Het vermoeden bestond dat hij gelden uit de kas van de diaconie had aangewend om het kostgeld te betalen voor zijn kinderen. Hij keert echter terug naar Oisterwijk, waar de kerkenraad al een klacht bij de classis tegen hem had ingediend. Ook wordt er geld ingehouden op zijn traktement om schulden terug te betalen. Ook Udenhout viel onder zijn gemeente. In 1808 liet het Udenhoutse gemeentebestuur twee gevangenishokken bouwen in de toren van de koepelkerk. Van Strijen is hierin niet gekend en is furieus. Hij protesteert bij de Landdrost van Brabant en het gemeentebestuur moet de hokken afbreken. Onder zijn predikantschap ging de Oisterwijkse Petruskerk weer over naar de katholieken en werd in 1810 het Napoleonkerkje aan de Kerkstraat voor de protestanten in gebruik genomen. Hij ging op 1 juli 1826 met emeritaat. Zijn opvolger was R.A. van Heusden. Cornelis van Strijen overleed te Oisterwijk op 21 augustus 1826.

Literatuur: Kees Welmers, Een eeuwenoude protestantse kerk in Oisterwijk (Oisterwijk 2010).