Tsgrooten, Antonius

Deel van triptiek met maagd Maria en abt Tsgrooten

Geboren te Oisterwijk op 1 november 1460 als zoon van hoefmid Gerard Tsgrooten en Elisabeth. Zijn geboortehuis stond aan de oostzijde van De Lind. Werd priester nadat hij het licentiaat in het kerkelijk recht had behaald. Op 11 Juli 1482 legde hij zijn kloostergeloften af en trad in de orde der Norbertijnen. Op 26 maart 1487 aangesteld tot proost van de proostdij St. Sulpitius te Diest, waar zijn voorkeur vooral naar de armen uitging. In zijn wapen liet hij een grote lindenboom met twee daaraan hangende hoefijzers aanbrengen. Ondanks de tegenwerking van Philips de Schone werd hij op 28 augustus 1504 tot prelaat van de norbertijnen te Tongerlo gekozen. Hij wordt gerekend tot de belangrijkste abten van Tongerlo. Kort na zijn aantreden introduceerde hij in Tongerlo de vernieuwde statuten van de orde, die stipuleerden dat onder meer de koorgezangen beter verzorgd moesten worden. Hij legde de kloosterbibliotheek aan, bevorderde studies buiten de abdij en stond aan de wieg van een kerk voor de parochie Tongerlo en een nieuw klooster (naar een plan van Rombaut Keldermans). Tsgrooten is bekend door het Antifonarium van Tongerlo, ook wel bekend als het Antifonarium Tsgrooten. Het gaat om een bijzonder rijkelijk geïllustreerd koorboek dat door hem in 1522 bij scribent Franciscus van Weert, werkzaam in de abdij van Averbode, werd besteld. Het gregoriaanse koorboek is een belangrijk stuk muzikaal erfgoed uit de late middeleeuwen. Antonius Tsgrooten staat naast de maagd Maria afgebeeld op een in zijn opdracht in 1507 bij Goswin van der Weyden bestelde triptiek (Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen). Tijdens zijn bestuur had de abdij meermalen van plundering te lijden. In 1511 vielen de Geldersen de abdij binnen en de prelaat vluchtte te paard naar Herenthals. In hetzelfde jaar ontving hij van landvoogdes Margaretha het bevel om gelden voor de verdediging bijeen te brengen. In 1523 werd het klooster door Namense soldaten geplunderd en in 1529 leed het grote verliezen door een geweldige watersnood. Hij keerde zich sterk en met succes tegen de pogingen van Karel V om invloed te krijgen op de benoeming van de abten. Tsgrooten overleed op 14 april 1530 en werd begraven in de kloosterkerk, waar een koperen grafplaat zijn naam vermeldt.

Literatuur: Broeder Adelbertus, ‘Antonius Tsgrooten 34ste abt van Tongerlo’, in De Kleine Meijerij 17 (1964); 56-60; G. Berkelmans, ‘Anthonius Sgrootens geboortehuis’, in De Kleine Meijerij 17 (1964) 60-64.