Back, Berthout JanZoon van Jan Bac Berthouts van Tilborch en jonkvrouw Lysbeth Diercxss van Neynsel. Op 23 november 1444 maakte hij voor kanunnik en notaris Ghijsselbert Back zijn huwelijkse voorwaarden bekend met Marie Wolfaerts, eigenares van de Oisterwijkse leengoederen ten Eynde en ten Bogaerde. Het leengoed Ten Eynde lag op de dalrand van de Voorste Stroom (nu tussen de Tilburgseweg en de Voorste Stroom) en vormde een min of meer rechthoekige verhoging in het landschap waar de wegen omheen lopen. Hier doorheen liep de Beukendreef, vanouds de Koppelstraat genoemd en de Heukelomse waterloop. Leengoed Ten Bogaerde (Bijgaarde) lag ten noorden van de Hoogstraat wat meer oostelijk op de hoogte van de kerk. Hier doorheen liep een pad dat uitgroeide tot Udenhoutseweg en werd in het oosten begrensd door de Hoolstraat, nu Gasthuiststraat. Ten noorden ervan lag het leengoed Kerkhoven. De helft van Ten Eijnde en het hele goed Ten Bijgaarde zijn in 1641 (voor de Munsterse Vrede, maar wel vanuit Den Haag) uit het leenverband gehaald. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij met Walrave, uit dit huwelijk kwamen drie kinderen voort: Gerard, Jan en Elisabeth. In 1461 kocht hij de molen van Heukelom. Hij was met zijn vrouw een der oudst bekende bezitters en bewoners van Durendaal. Hij was bezitter van leengoederen te Gesel aan de Raam te Haaren. Waarschijnlijk bestond Durendaal al ergens in het midden van de vijftiende eeuw. Pas daarna kocht Berthout Back de heerlijkheid Asten met een aanzienlijk versterkt huis. Zijn zoon Jan Back erfde Durendaal. Literatuur: L.F.W. Adriaenssen, 'De erfgenamen van heer Ghijsel Back', De Brabantse Leeuw 38 (1989) 47-64; G.H.J. Nouwens, 'Durendael', Het Brabants Kasteel 9 (1987) 33-78. |