Backer Overbeek, Aletta AgnesGeboren te Batavia op 1 september 1877 als dochter van Adriaan Arie Backer Overbeek (Haarlem 2 juni 1832-Oisterwijk 28 augustus 1908) en Thérèse Agnes Coelen (Batavia 11 juni 1850). Zij huwde op 12 juli 1907 in Den Haag met de arts Leendert Marie Metz (Waddinxveen 25 januari 1871-Vorden 30 januari 1845). Aletta Agnes slaagde in oktober 1895 (Nijmegen) voor de akte gymnastiek, op 4 mei 1896 (Den Bosch) voor het akte-examen voor het lager onderwijs, op 17-18 juli (Den Bosch) voor de hoofdakte en in augustus 1901 voor het examen Frans lager onderwjs (Den Haag). Zij werd in 1902 als eerste gevraagd om de toen opgerichte Oisterwijkse Schoolvereniging (OSV) te gaan leiden, maar sloeg het aanbod af omdat ze de voorkeur gaf aan de studie Franse taal. Korte tijd later vertrok ze daartoe naar Genève (30 juli 1902). In december 1903 kwam ze terug naar Oisterwijk om vervolgens naar Dordrecht (21 februari 1904) te gaan. Wederom komt ze terug naar Oisterwijk (vanuit Hengelo) op 29 oktober 1906. Ze vertrok op 11 april 1907 naar Den Haag, waar ze in het huwelijk trad met de arts Leendert Metz uit Noordgouwe. Metz had van 1903 tot 1905 collega's waargenomen in Oisterwijk. Kort daarvoor, op 24 en 25 juni 1907 te Zwolle, slaagde ze voor het apothekersbediende-examen. Haar echtgenoot bleef tot zeker 1913 arts in Noordgouwe, hij huurde in 1913 villa Marianne aan de Kriekenmarkt te Gorinchem. Het echtpaar kwam op 19 juni 1914 uit Gornichem naar Oisterwijk. Leendert was actief voor het Oisterwijkse Nutsdepartement en gaf hiervoor ook lezingen. Hij was chirurg voor het Nederlandsche Rode Kruis in Zuid-Afrika geweest en in de Eerste Wereldoorlog chef-chirurg van de Nederlandse ambulance in Duitsland. Ook Aletta verbleef tien maanden in Duitsland. Beiden ontvingen in 1916 van de Duitse keizerin een medaille 'für Verdienste um das Rothe Kreuz'. Zij was in de oorlogsjaren ook bestuurslid van de OSV (1915-1918). Het echtpaar vertrok op 18 februari 1918 naar Strijen. Aletta Agnes woonde in september 1918 te Oosterbeek en was toen lid van de Nederlandsche Mycologische Vereeniging (paddenstoelen). In 1920 stonden er in het tijdschrift Nederland verzen van Ag. Backer Overbeek (‘Ik denk en denk’). Ze correspondeerde met de dichter Albert Verweij (1920). In tenminste de periode 1918-1922 was Leendert geneeskundige aan de Rijksverzekeringsbank te Dordrecht. Het echtpaar Metz-Backer Overbeek woonde in de jaren 1927-1929 in Amsterdam en vanaf 1933 in het Gelderse Vorden (1947: Lochemseweg 44). Haar man werd op 3 februari 1945 begraven te VOrden. Aletta Agnes was lid van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis in 1947. Ze publiceerde Het erve Overbeek (Vorden 1947), over een boerderij in het Twentse Twekkelo die generaties lang in het bezit was van de familie Overbeek. Het verscheen als artikel in Nederlandsch archief voor genealogie en heraldiek. Aletta Agnes Backer Overbeek is op 1 augustus 1956 begraven te Vorden. |