Bekkers, Cornelis (Kees)

Kees Bekkers

Geboren te Oisterwijk op 3 oktober 1902 als zoon van schoenmaker Cornelis (Kees) Bekkers (Oisterwijk 10 april 1878-10 mei 1958) en Cornelia de Nooij (Oisterwijk 7 september 1876-20 januari 1903). Bekkers huwde met Catharina (Toke) Maes (Oisterwijk 29 juli 1903-25 juni 1973), met wie hij vijf zonen en een dochter kreeg. Hij werkte op de Oisterwijkse lederfabriek en was voorzitter van de sociaaldemocratische Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders afdeling Oisterwijk in 1933. Bekkers werd in 1939 voorzitter van de afdeling der en tevens in dat jaar gemeenteraadslid, bij welke verkiezingen de SDAP in Oisterwijk met 7,3% haar hoogste score voor de oorlog behaalde. In de oorlog was hij sociaal voorman bij de Lederfabriek, waardoor hij lid moest worden van het door de NSB'er Woudenberg beheerste Nationaal Arbeidsfront. Hoewel hij zo vooral voorkwam dat Oisterwijkse arbeiders naar Duitsland moesten, mocht hij na de oorlog aanvankelijk niet toetreden tot de heropgerichte SDAP. Pas op 11 januari 1946 ontving hij een briefje van Piet Schats en Jan Visser jr., repsectievelijk voorzitter en secretaris van de SDAP-Oisterwijk, dat hij weer welkom was als lid. De SDAP ging in februari 1946 op in de PvdA. In 1953 kwam hij als vervanger van P. Wolfs in de gemeenteraad voor de PvdA. Bij de raadsverkiezingen in datzelfde jaar raakte de PvdA echter die tweede zetel weer kwijt en kwam Bekkers niet terug in de raad. Bekkers was van eind 1954 tot begin 1964 voorzitter van de plaatselijke PvdA en was hij samen met Jan Werts de drijvende kracht die de afdeling in die moeilijke jaren overeind hield. A.H. van Nieuwpoort volgde hem in 1964 als voorzitter op, Van Nieuwpoort werd in 1966 ook het PvdA-raadslid. Bekkers woonde tot 1952 in het huisje bij eigen gebouw De Schuur. Daarna woonde hij in de Boxtelsebaan. Hij stierf op 22 juni 1979.