Bokhoven, Roelof van

Geboren in Den Bosch op 25 december 1867 als zoon van stalknecht Petrus Cornelis van Bokhoven (Engelen 18 november 1839-Den Bosch 19 juni 1886) en Joanna Maria Schel (Den Bosch 14 oktober 1837-11 juni 1909). Hij woonde vanaf 16 september 1882 in het Moederhuis van de Fraters van Tilburg en was ruim veertig jaar als frater Perpetuus verbonden aan het katholieke onderwijs. Hij was directeur van fraterscholen en instellingen in Tilburg, Deurne (1896-1899), Oisterwijk (1899-1903), Goirle (1903-1905), Oss (1905), Den Bosch (1909-1912), Tilburg (1912, assistent hoofdbestuur fraters), Deurne (1916), Sint-Michielsgestel (1928-1935) en Cuijk (1935-1936). Frater Perpetuus gaf leiding in 1899 aan het nieuwe fraterhuis (Hermanusgesticht) te Oisterwijk en werd er de eerste directeur van de fraterschool. Met zijn reuzengestalte en brede schouders leek hij de aangewezen figuur om de katholieke Oisterwijkse kinderen van de openbare school naar de fraterschool te krijgen. Het schoolgebouw met vijf lokalen werd gebouwd door architect Schoonenburg. Op 16 mei 1899 ging de school van start met de twee laagste klassen, met respectievelijk 49 en 25 leerlingen en zes fraters. De school werd genoemd naar de Oisterwijkse martelaar van Gorkum Joannes Lenartz. Het fraterhuis kreeg de (voor)naam van pastoor Van Beugen. In september 1903 vertrok Van Bokhoven naar Goirle. Zijn opvolger in Oisterwijk was frater Bonaventura (Bernard Egbert Leus). Van Bokhoven werd op latere leeftijd directeur van de bekende onderwijsinrichting de Ruwenberg te Sint-Michielsgestel. In 1935 werd hij directeur van het St. Aloysiusgesticht te Cuijk. Toen hij zich daar enkele dagen onwel voelde is hij naar het Moederhuis van de fraters in Tilburg gebracht. Hij overleed te Tilburg op 13 oktober 1936.

Literatuur: Theo Cuijpers, ‘”Wij zijn er en blijven er voorgoed”. De fraters van Tilburg in Oisterwijk 1899-1966’, in Th. Cuijpers e.a. (red.), Hoe straalt de oude school. Een Oisterwijkse onderwijsgeschiedenis (Oisterwijk 1997) 59-96.