Brederode, Catharina van

Geboren rond 1570 als enige dochter van Hendrik van Brederode (1545-1573) en Margaretha van Vladeracken (1540). Zij erfde Durendaal op 1 september 1618 bij testament van haar tante Adriana van Brederode. Maximiliaen van Brederode was haar momboor (voogd). Zij huwde in 1595 met Bernard de Merode, heer van Grambais en vrijheer van Asten, met wie zij drie zonen kreeg (Walraven, Bernard en Floris, heer van Asten) en drie dochters (Wilhelmina Agnes, Anna Magdalena en Johanna). Zij woonden op het landgoed in de heerlijkheid Asten. Bernard van Merode nam een uiterst dubbelzinnige positie in. Zijn vader was een sympathisant van Willem van Oranje, terwijl hij zelf zijn dochter naar een klooster stuurde, maar tevens door de katholieke autoriteiten werd bekritiseerd om zijn heksenvervolgingen en zijn orangistische sympathieën. Catharina en Bernard verhuurden Durendaal in 1622 voor drie jaar aan Dierck, zoon van Mr. Jan de Roy. Vanwege geldproblemen probeerden Catharina en Bernard al in 1628 Durendaal te verkopen. In 1631 ging Durendaal over op haar dochter Wilhelmina Agnes. Catharina stierf te Oisterwijk in 1640.

Literatuur: G.H.J. Nouwens, 'Durendael', Het Brabants Kasteel 9 (1987) 33-78.