Canters, Martinus Godefridus

Geboren op 22 juli 1865 te Oisterwijk als oudste zoon van leerlooier Cornelis Franciscus Canters (Oisterwijk 22 maart 1829-29 januari 1882) en Johanna Maas (Valkenswaard 2 november 1830-Oisterwijk 16 januari 1909). Hij huwde op 2 juli 1914 te Zaandam met Adriana Jozina Suzanna Mathilde Veldhuijzen (Oostburg 11 juli 1874), dochter van een directeur van een post- en telegraafkantoor E.J. Veldhuijzen. Canters werd gemeentesecretaris van Oisterwijk in 1891. In januari 1896 werd hij gekozen tot voorzitter van de 44ste afdeling van de Maatschappij van Landbouw en volgde als zodanig A.A. Vorsterman van Oijen op. Woonde in 1900 als gemeentesecretaris nog thuis bij zijn moeder. In 1906 beschikte Canters reeds over een eigen auto. Hij was in 1908 een van de initiatiefnemers voor een VVV. Canters solliciteerde met negentien anderen naar het burgemeesterschap van Oisterwijk in 1921. Hij werd in 1922 als gemeentesecretaris ontslagen nadat er een aantal pornografische foto’s van zijn eigen vrouw in zijn bureaulade waren gevonden. Tevens had hij voor de secretaresse van de gemeentesecretarie mejuffrouw Bolsius een BH had gekocht op rekening van de gemeente. Verder werd hij beschuldigd raadsbesluiten eigenmachtig te hebben aangepast. In 1923 werd hij raadslid namens een RK Bezuinigingspartij. Bij de behandeling van de jaarrekening van de gemeente en de begroting van de gezondheidscommissie in augustus 1926 viel het raadslid Canters over vermeende cadeaus en sigaren. Burgemeester Verwiel herinnerde Canters er toen aan dat hij zelf duizend Panatella's had besteld voor een juffrouw van de secretarie, die volgens de burgemeester 'de eigenaardige gewoonte had sigaren te rooken'. Verwiel verweet Canters verder eerst uren in het café te hebben gezeten en vervolgens met een flesje citroenlimonade in de hand de raad te bezoeken: 'Als u met een bezopen kop niet kunt zwijgen als ik spreek, zal ik andere maatregelen nemen. Met uw dronkemanspraatjes heb ik niets te maken', aldus een verslag in diverse dagbladen van deze merkwaardige uitspraken in de gemeenteraad van Oisterwijk. In 1927 breidde Canters het zeteltal van deze fractie zelfs tot twee uit. Hij overleed op 27 januari 1931 te Oisterwijk.