Dartel, Frederik van

Frits van Dartel

Frits van Dartel werd geboren in de Bossche St. Jorisstraat op 11 augustus 1876 als zoon van sigarenmaker en later (1901) machinist Martinus van Dartel (Sint-Oedenrode 24 november 1841) en Theodora Cornelia Maria van Daal (Den Bosch 28 september 1844). Frits groeide op in een doorsnee katholiek gezin, hij had nog zes broers en twee zussen. Zijn moeder stierf op jonge leeftijd waardoor de kinderen onder vaders hoede kwamen. Vader Van Dartel was een reiziger en bracht zijn kinderen onder bij de fraters omdat hij geen tijd had zich om het gezin te bekommeren. Hier, in dit 'gesticht', zoals de Van Dartels het tehuis noemden, kregen de kinderen 'meer slaag dan eten' waardoor Frits het katholicisme definitief achter zich liet. Na zijn schooltijd werd hij sigarenmaker. Hij vestigde zich als sigarenmaker op 30 maart 1901 te Oisterwijk waar hij op 24 april 1901 met Wilhelmina (Mina) Toemen (Oisterwijk 8 mei 1882-28 december 1960) huwde met wie hij drie dochters kreeg: Theodora Cornelia (Oisterwijk 20 augustus 1901), Helena Wilhelmina (Oisterwijk 27 oktober 1903) en Wilhelmina (Oisterwijk 1906-Arnhem 19 december 1907). Frits werd nog in 1901 plaatselijk secretaris van de Nederlandsche Internationale Sigarenmakers en Tabaksbewerkersbond. Hij woonde in bij zijn schoonvader, de oud-zouaaf Willem Toemen, die als loopwachter bij het spoor redelijk onafhankelijk was van de Oisterwijkse geestelijkheid en fabrikanten. Van Dartel schreef vinnige stukjes over kapelaan Huijbers in het vrijsocialistische blad De Toekomst. Hij stond in 1904 aan de wieg van de syndicalistische Nederlandsche federatie van sigarenmakers en tabaksbewerkers. Als sigarenmaker werd hij in 1904 bij de firma Hamers ontslagen na druk van kapelaan Huijbers. Hij verkocht daarna sigaren en werd reizend sigarenmaker. Frits reisde naar Bussum (1905), Arnhem (1907), Den Bosch (1908), Naarden (tot 1911). Begin 1911 waagde hij de oversteek van Rotterdam naar New York, waar hij op 15 maart 1911 met het schip de Rijndam aankwam. Hij reisde met een andere sigarenmaker (Van der Meer) naar Boston. Hij keerde daarna weer terug naar Oisterwijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte hij antimilitaristische propaganda. Van Dartel liet op 14 augustus 1914 door Willeke van de Mierde en Terus Boons een groot aantal exemplaren van de bekende circulaire 'Oorlog aan den oorlog' verspreiden. De autoriteiten wilden hem daarvoor straffen met twee maanden cel, Van Dartel werd verdedigd door mr. J.H.G. Bekker uit Amsterdam, de rechtbank in Breda sprak hem vrij. In Tilburg probeerde Van Dartel een agitiatiecomité van de grond te krijgen tegen de oorlog. Hij was in 1915 ook nog voorzitter van de Federatie afdeling Tilburg. Hij scheidde van Mina Toemen op 10 februari 1919 (arrondissementsrechtbank Rotterdam). Zij huwde met een Belgisch vluchteling George Peeters (Antwerpen 20 maart 1881-Oisterwijk 24 maart 1950). Frits bleef reizen als sigarenmaker. Hij toog naar Rotterdam (1915-1921, op Feyenoord had hij een vriendin Johanna Cornelia van Empel, afkomstig uit Oisterwijk), Gouda, Alkmaar (1923, vanaf 1926 in een woonwagen, hij was er voorzitter van het Plaatselijk Arbeidssecretariaat en van de Federatie van Sigarenmakers) en Haarlem (november 1927, woonschip Revolte). Tot zijn weinige bagage behoord het portret van Domela Nieuwenhuis. In Gouda was hij op 18 januari 1922 gehuwd met Johanna Cornelia van Empel (Oisterwijk 14 juli 1869). Zij was op 7 november 1895 te Breda gehuwd met metselaar Wilhelmus Anton Floris (Dubbeldam 5 juli 1871) met wie ze tenminste vier kinderen kreeg (waarvan twee in Oisterwijk, 1898 en 1899). Het huwelijk Floris-van Empel mondde in een echtscheiding uit (Rotterdam 30 maart 1914). In december 1927 kwam in de woonboot te Haarlem bij Frits van Dartel inwonen Johanna Aletta van den As (Leeuwarden 23 juni 1876-Purmerend 18 november 1956) met twee zonen Mollema (zij was in Leeuwarden gehuwd met Jochum Lebbink (1896) en met muzikant Johannes Mollema (1903) en vervolgens in 1920 te Hoorn met Johannes Boutier, scharenslijper). Van Dartel en Van den As en haar zonen vertrokken op 14 maart 1929 naar Krommenie (woonschipLiberté, later Johanna genaamd). Van den As huwde met Van Dartel op 27 november 1930, op 1 november 1930 was Van Dartel te Haarlem gescheiden van Johanna Cornelia van Empel. Van Dartel en Van den As vertrokken op 20 april 1931 naar Den Haag. Vanaf 17 februari 1953 woonden zij in een bejaardenhuis in Purmerend waar Van Dartel overleed op 20 augustus 1957.

Literatuur: Ad van den Oord, Siebe Thissen en Jacqueline de Vries, De akelige twee procent. Andersdenkenden in katholiek Oisterwijk, 1891-1940 (Oisterwijk 1992).