Dijksterhuis, Eduard JanGeboren op 28 oktober 1892 in Tilburg als zoon van Berend Dijksterhuis en Gezina Eerkes. Zijn vader was in Tilburg als directeur aan de Rijks-HBS verbonden. Eduard Jan legde in 1909 examen af aan de Tilburgse HBS en een aanvullend staatsexamen gymnasium-B in 1910. Hij studeerde wiskunde te Groningen (1911-1918), een studie die met een proefschrift werd afgesloten. Hij startte zijn loopbaan met een leraarschap wiskunde aan de meisjes-HBS te Groningen (1916-1918) en werd vervolgens van 1919 tot 1953 leraar wis- en natuurkunde aan de Rijks-HBS Willem II te Tilburg. Hij huwde op 27 december 1920 met Johanna Cathinka Elisabeth (Hannie) Niemeijer net wie hij twee zonen en een dochter kreeg. Hannie was familie van de Groningse tabaksfirma en hij had haar leren kennen in zijn Groningse studietijd. Het kersverse echtpaar vestigde zich eind 1920 op het Klompven (‘Kleine kamp’, een verwijzing naar ‘Hooge kamp’, de villa van de familie Niemeijer in Haren). Hannie verrichtte met de Oisterwijkse dominee Krijn Strijd werk onder de gemobiliseerde militairen in 1939. De Dijksterhuizen hadden als leden van de Hervormde Gemeente te Oisterwijk veel contact met de dominees Kunst en Strijd. Mevrouw Dijksterhuis was de ziel van plaatselijke hockey- en tennisvereniging. Zij richtte speciaal voor haar kinderen en HBS-leerlingen een niet-katholieke hockeyclub op, genaamd De Molshoop. Dijksterhuis was oprichter van OOG, de Oisterwijkse Ontwikkelings Gemeenschap en hij organiseerde samen met mevrouw Van Oppenraay namens de met vrienden opgezette Concertvereniging busreizen naar muziekuitvoeringen in Den Bosch. Ook belegde hij muziekrecitals. In 1922 was hij commissaris van de neutrale Oisterwijksche Schoolvereeniging, in februari 1923 lid van het schoolbestuur tot september 1953. In 1934 werd hij bestuurslid van de Oisterwijksche Bad- en Zwemvereeniging. Hij zou in 1940 korte tijd lid worden van Arnold Meijers Nationaal Front. Anderzijds was hij bevriend met joodse families, zoals de familie van Helga Deen uit Tilburg. In 1950 publiceerde hij De mechanisering van het wereldbeeld waarvoor hij in 1951 de PC Hooftprijs ontving.Hij was ook redacteur van het culturele tijdschrift De Gids. In 1953 werd hij hoogleraar geschiedenis exacte wetenschappen in Utrecht. Toen hij in 1953 in Bilthoven ging wonen was dr. E.J. Dijksterhuis reeds een internationaal vermaard wetenschapshistoricus. Hij overleed na zijn emeritaat in De Bilt op 18 mei 1965. Literatuur: Klaas van Berkel, Dijksterhuis, een biografie (Amsterdam 1996). |