Domstorff, Marinus CasparusGeboren op 3 mei 1900 te Oisterwijk als zoon van rijksveldwachter Albertus Gerardus Wilhelmus Domstorff (Maastricht 11 juni 1864-Oisterwijk 1 november 1915) en Johanna van Dijk (Appeltern/Maasbommel 9 oktober 1872-Oisterwijk 17 mei 1942). Zijn vader was van 1889 tot en met 1896 marechaussee te Maastricht en vanaf 1897 rijksveldwachter te Oisterwijk, diens broer Johan Hendrik Domstorff was rijksveldwachter te Moergestel. M.C. Domstorff huwde op 24 januari 1928 te Oisterwijk met Maria Alida Adriana Roosen (Oisterwijk 20 december 1901-12 april 1990), dochter van schoenfabrikant Janus Roosen, met wie hij drie dochters (Jo, Aliet en Bed) en een zoon (Ad) kreeg. Domstorff werkte als ambtenaar posterijen en was het gezicht van het oude postkantoor op de spie Kerkstraat-Hoogstraat. Domstorff was in seizoen 1919-1920 secretaris van de voetbalclub Excelsior. Hij speelde een belangrijke rol in het katholieke culturele leven. Hij was in zijn jonge jaren toneelspeler bij de katholieke Kunstkring (laatste stuk waarin hij meespeelde was Vondels Joseph in Dothan uit 1924, wel stond hij in 1930 nog op het toneel in de persoon van Jezus die verscheen aan Maria Magdalena), later vervulde hij bestuurlijke functies binnen de Kunstkring. Hij leidde de afdeling Toneel en was in de jaren dertig reeds secretaris van de Kunstkring. Hij was groot animator van het amateurtoneel en ook medeoprichter van de katholieke stichting Bad Oisterwijk in de jaren dertig. Hij was betrokken bij de oprichting van de Kunstkring-revue D.E.R.M.S. in 1930 genoemd naar Domstorff, van Eijndhoven, van Riel, Merkelbach en Schilders. Na de oorlog werd hij gemeenteraadslid (1952-1970) en voorzitter van de Katholieke Bond van Overheidspersoneel. Na 46 jaar werken bij de PTT nam hij op 2 mei 1964 afscheid van de post. Hij woonde in het rijksmonument Kerkstraat 61. Hij overleed op 29 februari 1996 te Oisterwijk. |