Donders, Hermanus Franciscus Maria (Herman)Geboren op 17 februari 1926 te Leiden als zoon van advocaat en procureur mr. Hermanus Franciscus Antonius Donders (Arnhem 16 augustus 1899-Noordwijk aan Zee 27 augustus 1972) en Henriëtte Johanna Maria Berkeljon (Amersfoort 24 november 1900-Oegstgeest 19 juli 1976). Zijn vader was gemeenteraadslid en zeer actief in het katholieke verenigingsleven in Leiden. Herman Donders huwde op 29 september 1954 te Oisterwijk met Engelina Anna Helena Ignatia (Toet) Schräder (Oisterwijk 9 september 1926-8 maart 2014), met wie hij vier zonen en drie dochters kreeg. Het gezin waarin Herman Donders opgroeide, woonde aan de Witte Singel 70 te Leiden waar Herman later als huisarts praktijk hield. Herman Donders studeerde in de oorlogsjaren aan het Stedelijk Gymnasium van Leiden. Zijn kandidaatsexamen medicijnen behaalde hij in september 1949 aan de rijksuniversiteit Groningen, zijn doctoraalexamen behaalde hij aan diezelfde universiteit in juli 1951. Het artsenexamen eerste gedeelte verkreeg hij er in februari 1953. In juni 1954 werd hij er bevorderd tot arts. Hij nam in 1956 een deel van de praktijk over van zijn plotseling overleden schoonvader B. Schräder, huisarts te Oisterwijk. Diens zoon Bernard Herman Petrus was al sedert het najaar van 1952 zijn assistent en na zijn dood ook zijn opvolger. Herman Donders had tot in januari 1989 zijn praktijk in Oisterwijk, vanaf ongeveer 1960 aan De Lind 40 (oude leerlooierij van Canters, het pand was door zijn vrouw gekocht). Hij was vanaf 1958 commandant van de afdeling van het Rode Kruis, ook was hij actief in de Kruisvereniging. In mei 1989 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij overleed op 10 november 2001. |