Dröge , Ambroos Gerard Herman (Broos)

Broos Dröge

Geboren op 20 oktober 1909 te Tilburg als oudste zoon van tandarts Hermanus Antonius Johannes Dröge (Winschoten 10 december 1879-Tilburg 27 augustus 1951) en Hermine Maria Schaars (Deventer 28 september 1885-Tilburg 11 april 1931). Hij huwde op 5 december 1944 te Oisterwijk met de amper 18-jarige Petronella Josephina (Nel) Meijs (Tilburg 1 december 1926-Oisterwijk 6 juni 2016), dochter van een Tilburgse fabrieksdirecteur die eind 1944 woonde aan het Klompven ('t Witte Huuske). Het kerkelijk huwelijk vond diezelfde dag plaats in de Joanneskerk. Ze waren in mei 1944 (Pinksteren) verloofd. Het echtpaar kreeg meerdere kinderen. In de zomer van 1929 rondde hij een opleiding voor aanstaande fabrikanten af aan de Textielschool in Tilburg. Hij begon in dat jaar nog een agentuur in textielgrondstoffen te Tilburg, in april 1931 omgezet in Nederlandsche Kamgaren Centrale Fa. A. Dröge & Co. Mede-vennoot was koopman Johannes B. Bolmers (na de oorlog actief CPN'er in Tilburg), die in augustus 1931 uittrad. Dröge zelf zou in 1933 uit de firma treden. Hij was in Tilburg actief in de toneelwereld. In december 1939 verhuisde hij van de Heuvel in Tilburg naar Berkel (Hoeve Brabant 1660). Hij startte op 30 april 1940 aan de Nic. van Eschstraat B53 (voormalige schoenfabriek Larsen) de Eerste Oisterwijksche Textielindustrie, de latere NV Oisterwijkse Wolwasserij en Carboniseerderij, een fabriek van wol, kunstwol en kunstwolmalerij. Deze wolcarboniseerderij (veredelingsproces van lompen) had hij in 1939 bij openbare verkoop gekocht en werd in de volksmond ook wel toddenfabriek genoemd. Het wassen en carboniseren (het verwijderen van klitten emt zoutzuren en zwavel) liet een onaangename geur in de buurt achter. Dröge woonde toen nog in Berkel-Enschot, maar verhuisde spoedig naar Oisterwijk. In 1942 vroeg Dröge vergunning om een stoomketel te plaatsen. De balen wol bleken te zwaar om naar de tweede verdieping van de oude schoenfabriek van Larsen te sjouwen. En dus werd in 1943 die verdieping verhuurd aan schoenfabriek Pazo (Paijmans en zonen). Van 2 maart 1943 tot 12 juni 1943 zat Dröge gevangen in het Oranjehotel in cel nummer 644 op verdenking van illegale verkoop van wol. Op 8 augustus 1951 brandde een groot deel van de fabriek af. Eigenlijk bleef alleen het woonhuis overeind. Op 25 augustus 1952 werd surcéance van betaling verleend door de rechtbank Breda. diezelfde rechtbank zou hem op 29 juni 1956 failliet verklaren. Het huis werd opgeknapt met weglating van een tussenverdieping. De fabriek werd in laagbouw herbouwd.De fabriek draaide nog lange tijd door. Toen het bedrijf in 1983 de poorten sloot, was het de laatste wolwasserij in Nederland. Dröge was vanaf mei 1942 ook mede-eigenaar van Dröge Dental Patent Laboratories in Tilburg, een firma die in tandheelkundige laboratoria handelde. Hij mengde zich in de oorlog ook in de politiek. In oktober 1940 werd hij als opvolger van W. Westrik afdelingsleider te Oisterwijk van het Nationaal Front van Arnold Meijer. In juli 1941 werd hij in die functie opgevolgd door F.C. Spierings. Hij woonde minstens vanaf 1943 in De Venhoeve, Klompven 20 (D334). Het was een kleine boerenwoning die door architect Jos. Bedaux werd verbouwd tot romantische villa. De tuin van de villa werd ingericht door tuinarchitect John Bergmans. In juni 1956 woonde hij aan de Vennelaan 13. Dröge was na de oorlog betrokken bij het miniatuurstadje Rommeldam, dat in 1955 zijn poorten in de voormalige theetuin van uitspanning De Gemullehoeken opende. Andere initiatiefnemers waren architect Johan Visser, hotelhouder Theo Sluiter en stripauteur en tekenaar Marten Toonder, die de twee hoofdpersonen uit Rommeldam (Olivier Bommel en Tom Poes) tot leven had gebracht. Ondanks alle publiciteit werd de onderneming geen succes. De aanvankelijk hoopvolle bezoekersaantallen liepen ras terug (1955: 80.000, 1958: 35.000) en in 1959 ging Rommeldam failliet. Dröges huwelijk hield ook geen stand. In de jaren zestig zou zijn vrouw een relatie aangaan met de architect J. Visser jr. De echtscheiding werd uitgesproken op 3 maart 1966. Vanaf 1964 woonde Dröge op Posthoornseweg 5. Broos Dröge overleed te Eindhoven op 30 december 1971.