Fassaert, Ludovicus Constantinus Franciscus (Louis)Geboren op 31 maart 1897 te Hulst als zoon van grossier Theodorus Cornelis Fassaert (Sint Jansteen 26 juli 1866-Vogelwaarde 7 april 1944) en Eugenia Colleta Bleijenbergh (Sint Jansteen 24 januari 1864-Sint Marienburg 12 juni 1932). Hij huwde op 17 mei 1927 te Amsterdam met Marie Louise Regine Frederika Châtelain (Amsterdam 9 juli 1899-Tilburg 14 juni 1975), dochter van een handelsreiziger, met wie hij twee zonen en twee dochters kreeg. Hij studeerde van 1916 tot en met 1921 aan de Universiteit van Amsterdam. In mei 1926 kwam hij in Oisterwijk wonen waar hij de zaak van J.J. Blomjous (De Lind 28) in comestibles, later uitgebreid met tabaksartikelen en gedistilleerd, overnam. Door kleine kruideniers in Oisterwijk werden er ook veel artikelen bij Fassaert afgehaald, maar het was crisistijd er werd slecht betaald. Fassaert was oprichter en voorzitter van de RK Middenstandsvereeniging Oisterwijk. Hij bekleedde het voorzitterschap in elk geval in de jaren 1933-1936. In augustus 1933 was hij voorzitter van het grote evenement Middenstand Tentoonstelling Oisterwijk (MITO), dat samenviel met het 25-jarig bestaan van de Oisterwijkse VVV. Hij was in november 1932 een van de zeer weinigen in Oisterwijk, die een abonnement hadden op het tijdschrift Aristo van Wouter Lutkie, dat in Oisterwijk bij Van den Boogaard werd gedrukt. In 1939 ging zijn zaak failliet en verhuisde het gezin naar De Lind 32, waar Fassaert in de oorlogtijd zijn slijterijwijnhandel voortzette. Burgemeester Jan Verwiel vroeg hem directeur te worden van het distributiekantoor Oisterwijk, maar Fassaert gaf er de voorkeur aan deze eer aan de burgemeester te laten, maar wilde wel adjunctdirecteur worden. Aldus geschiedde. In het begin van de oorlog was al het gedistilleerd in de tuin in de grond verstopt. Op zekere dag kwam een hoge Duitse officier de winkel binnen en vroeg naar eiercognac (advocaat), Fassaert zei hem dat niet te hebben en al zou hij het hebben, dit nooit aan de vijand te leveren. Als antwoord kreeg hij volgens de familieoverlevering ‘Herr Fassaert, Sie sind ein netter Kerl’. In 1953 werd het gezin De Lind 32 uitgezet, omdat tandarts Croon dit pand van de gemeente gekocht had. Het gezin Fassaert kreeg toen van de gemeente de beschikking over het pand villa De Huifkar op De Lind. Omstreeks 1955 kon Fassaert van de familie Horbach bouwgrond kopen aan de Burg. Canterslaan, waarop een huis annex wijnhandel gebouwd werd. Daar woonde Fassaert tot zijn negentigste. Hij overleed op 12 september 1987 te Eindhoven en werd op 16 september 1987 in Oisterwijk begraven. |