Geurts, Egbertus Gerardus

Geboren te Oeffelt op 6 november 1901 als zoon van arbeider Gerardus Geurts (Oeffelt 2 januari 1871) en Maria Ketelaar (Beugen 5 maart 1873-Udenhout 8 november 1956), die op 13 mei 1901 in Beugen en Rijkevoort getrouwd waren. Hij huwde op 16 mei 1930 te Eindhoven als pannenlegger met de Eindhovense Elisabeth Janssen (Uedem [Duitsland] 15 oktober 1904). Hij woonde komende uit Tilburg vanaf 27 september 1940 in Oisterwijk waar hij voorwerker werd op het Wehrmacht-Verpflegungsamt (WVA) en lid van Schutzwaffe, NSB en NSDAP. Hij zou meer dan 25 personen verraden hebben. Hij was aanwezig bij arrestaties van jongens die ondergedoken zaten vanwege de Arbeidsinzet. Hierbij had de rijksduitser Willy Krieger (ook voorwerker van de WVA) de leiding. Aan het einde van de oorlog vluchtte Geurts naar Duitsland, maar werd door de BS'er en Oisterwijker Piet Pennings bij toeval gezien en herkend en onder begeleiding van sergeant C. van Berkel naar Oisterwijk vervoerd. Daar aangekomen werd Geurts op De Lind in een ijzeren kooi rondgereden en beschimpt en geslagen door de inwoners. Vervolgens werd hij op 28 april 1945 overgebracht naar kamp Vught, waaruit hij echter op 15 mei 1945 ontsnapte. Hij verdween naar Duitsland (in oktober 1945 bij Kleef gesignaleerd). Bij verstek werd Geurts op 23 november 1948 veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaren en verlies van het Nederlanderschap. Op dat moment woonde hij in het Duitse Goch.