Hees, Anna Catharina vanGedoopt op 6 april 1768 te Oisterwijk als dochter van Christiaan van Hees (begraven op 10 november 1784 te Oisterwijk) en Anna Maria Couwenberg (mogelijk in 1797 overleden). Haar ouders werkten beiden in loondienst en stonden te boek als arme mensen. Op twaalfjarige leeftijd werd zij als hulp in de huishouding naar een oom in Gilze gestuurd. Toen haar vader in 1784 stierf, keerde ze naar Oisterwijk terug. De zeven andere kinderen uit het gezin Van Hees waren toen reeds overleden. Anna werkte in een herberg totdat ze op haar achttiende een baan als dienstbode in Boxtel kreeg. Enkele jaren later ging ze naar 's-Hertogenbosch. Ze had gehoord dat de Bossche deken een dienstbode zocht. Dat bleek niet het geval en ze vond emplooi in een logement en bij een koopman-leerlooier. Hier leerde ze de derde-orde-regel van Franciscus kennen, een leefregel voor leken die een religieus leven temidden van de wereld leiden. Deze leefregel sprak Anna van Hees aan en langzamerhand raakte zij ervan overtuigd dat ze haar leven aan God wilde wijden. Ze koos de Bossche kapelaan Jacobus Antonius Heeren (1775-1859) als biechtvader. Dat hing samen met een gedeelde religieus-mentale wereld waarin de navolging van Christus' lijden een centrale rol speelde. Evenals haar biechtvader geselde Anna zichzelf driemaal per week, droeg ze een haren boetekleed en een boetegordel. In de religieuze beleving van veel vrouwen, maar ook in de opkomende begijnenbeweging stond de gekruisigde Christus centraal. In die zin paste ze in de traditie van de vrouwen van het Oisterwijkse Maagdenhuis uit de vijftiende en zestiende eeuw zoals Maria van Hout. Kapelaan Heeren wilde een zustercongregatie te stichten die zich het lot van de armen zou aantrekken. Via Van Hees riep hij de steun van God in. Ze hielden samen gebedsoefeningen en gingen op Maria-bedevaart naar Uden en Oisterwijk. Op 13 juli 1820 werd Van Hees gekozen tot 'moeder' van de jonge congregatie van de Dochters van Maria en Joseph, zusters van de Choorstraat in 's-Hertogenbosch.Binnen de congregatie zou Anna Catharina van Hees de geschiedenis ingaan als het 'heilig Kaatje'. Zij overleed op 14 februari 1825 in Den Bosch. Literatuur: José Eijt, 'Bruiden van Christus, moeders van de armen. Geloofsleven en werkzaamheden van de zusters van de Choorstraat, 1820-1875', in: Maria Grever en Annemiek van der Veen (red.), Bij ons moeder en ons Jet. Brabantse vrouwen in de 19de en 20ste eeuw, (Zutphen 1989) 78-99; dit lemma is een beknopte samenvatting van J.M.A. Eijt, 'Hees, Anna van (1768-1825). Stichteres van de zusters van de Choorstraaat', in J. van Oudheusden e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders 4 (Meppel/Amsterdam 1996) 60-64. |