Holleman, ArnoldGeboren te Veldhoven op 14 januari 1790 als zoon van Wouter Holleman (Almkerk 5 maart 1769-Strijp 9 oktober 1855) en Dina Alida Ross (Veldhoven 25 november 1766-Strijp 20 november 1831), dochter van een predikant. Hij huwde te Arnhem op 3 april 1826 met Maria Frederica Knoops (Arnhem 31 oktober 1798-Oisterwijk 2 juni 1887) met wie hij zes kinderen kreeg. Hij was in 1826 nog werkzaam in de textielfabriek van zijn vader te Strijp. Daarna werkzaam als fabrikeur (chemische fabriek), aanvankelijk te Zwijndrecht, maar daar was het rivierwater minder geschikt, vanaf 1829 vele jaren in Oisterwijk geassocieerd met zijn broer Wouter. Hij was in 1836 roodverver. Volgens een bericht in de Leydse Courant had de familie in 1851 een wolververij, die volgens het krantenbericht op 4 maart 1851 geheel in de as was gelegd. In hetzelfde jaar startten de Hollemannen een garancinefabriek (rode kleurstof uit meekrap), die stond aan het Kerkeind in de kromming van de Vloet (later hadden Kosters en Berkelmans er hun schoenfabrieken). Bij de productie van garancine uit meekrap kwam zwavelzuur vrij, dat rechtstreeks in het oppervlaktewater geloosd werd. Ongevaarlijk was het werk in de stoomgarancinefabriek niet. In oktober 1856 verloor een arbeider zijn arm toen hij klem raakte toen hij de machine smeerde. Zijn andere arm raakte 'bijna geheel ontvleesd'. De garancinefabriek sloot rond 1878. De inboedel werd op 3 oktober 1878 verkocht. Arnold Holleman woonde jarenlang in pand Lind 42 en in 1849 liet hij het pand Lind 28 bouwen (Domus Renata). Het pand ging over op zijn zoon Frits maar die woonde er niet. Hij liet een witte villa elders op De Lind bouwen (later villa De Huifkar). In de periode 1860-1864 bezat hij een huis met schuur aan de Kerkstraat (nu Kerkstraat 51). Dat ging daarna over op zijn broer Wouter. Arnold Holleman is overleden te Oisterwijk op 22 januari 1864. Literatuur: F.A. Holleman, Stamboek Holleman. Bijdrage tot de kennis van ons geslacht 1490-heden (Zutphen 1969). |