Holleman, Arnold FrederikGeboren te Oisterwijk op 28 augustus 1859 als zoon van Frederik Arnold Holleman (Zwijndrecht 4 januari 1828-Den Haag 6 juli 1925) en Wilhelmina Jacoba van Hoven (Son en Breugel 13 mei 1836-Oisterwijk 29 oktober 1891). Hij huwde op 22 augustus 1889 met Hermina Cornelia Kan met wie hij drie zonen kreeg. Na haar overlijden (10 september 1922) huwde hijj op 9 april 1924 met Henriëtte Frederique Bosch. Holleman bezocht rond 1872 samen met Theo van Gogh de Franse school te Oisterwijk van Heintz, vervolgens de rijks-HBS in 's-Hertogenbosch en daarna studeerde hij scheikunde in Leiden. Via het kleine laboratorium verbonden aan het grancinefabriekje van zijn vader was hij reeds in aanraking gekomen met chemische toestellen en preparaten. Het oorpsronkelijke plan was dan ook dat Arnold aan de Polytechnische school te Delft zou studeren om daarna de fabriek in Oisterwijk over te nemen. Door de opheffing van de fabriek ging dat niet door. Na zijn promotie te Leiden op 26 maart 1887 over Onderzoekingen over het zoogenaamde B-nitrocymol, was hij eerst werkzaam op het laboratorium van A. von Baeyer in München en kort daarna als assistent bij J.H. van 't Hoff in Amsterdam. In 1889 werd hij directeur van het juist opgerichte Rijkslandbouwproefstation te Groningen. In 1893 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de anorganische en organische scheikunde te Groningen. Behalve als wetenschappelijk onderzoeker heeft Holleman grote invloed uitgeoefend door zijn leerboeken. In 1896 verscheen zijn Leerboek der Organische Chemie, waarvan vele drukken zijn verschenen en dat in verschillende talen is vertaald. In 1905 werd hij hoogleraar in Amsterdam. Zijn wetenschappelijke verdiensten vonden o.a. erkenning door de benoeming tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in 1903 en verleende eredoctoraten van St. Andrews en Leeds. Hij overleed te Bloemendaal op 11 augustus 1953. Literatuur: H.A.M. Snelders, 'Holleman, Arnold Frederik (1859-1953)', in Biografisch woordenboek van Nederland, deel 2 (Amsterdam 1985) 241; J.P. Wibaut, 'Levensbericht van Arnold Frederik Holleman', Jaarboek Koninklijke Academie van Wetenschappen (1954-1955) 280-287. |