Houwink, HenricusGeboren op 27 januari 1857 te Meppel als zoon van Roelof Houwink (Meppel 26 februari 1811-15 oktober 1892), grossier in koloniale waren, koffiebrander en jeneverstoker en Lamberdina Clinge (Oostburg 7 maart 1816-Meppel 12 januari 1881). Hij huwde in Den Bosch op 25 mei 1883 met Catharina van Vliet (Den Haag 5 september 1860-27 januari 1932) met wie hij tenminste vier dochters kreeg waarvan de beide oudsten in Amsterdam en de beide jongsten in Oisterwijk geboren werden. Houwink was Nederlands Hervormd. Hij verbleef als surnumerair bij de Posterijen in 1877-1878 te Rotterdam en Amsterdam, daarna als commies derde klasse te Amsterdam, directeur in Oisterwijk (16 april 1887-30 maart 1899, woonde aan het Kerkeind). Houwink, die in Oisterwijk Theodorus de Winter was opgevolgd als directeur, dreef het postkantoor in Oisterwijk eerst vanaf zijn woning aan de Lind-zuid (later de plaat van de ambtswoning van de burgemeester), maar in 1887 werden plannen gesmeed door het gemeentebestuur voor een Oisterwijks postkantoor. Op 1 oktober 1888 kon het Oisterwijkse postkantoor op de samenkomst van Hoog- en Kerkstraat betrokken worden. Het fotoalbum met oude foto's van Oisterwijk (onder andere het in aanbouw zijnde raadhuis naast het oude raadhuis in 1899) zal uit Houwinks bezit stammen. In 1899 werd hij als postdirecteur opgevolgd door D.J. Hofsommer. Houwink werd postdirecteur in Dieren/Rhenen. Hij kwam als postdirecteur van Rheden naar Dokkum op 25 april 1903, waar hij dirigerend lid werd van het Dokkumer leesgezelschap ‘Ledige Uren Nuttig Besteed’. Op 15 oktober 1907 vertrok hij naar Tiel waar hij tot 21 augustus 1916 postdirecteur was. Van 21 augustus 1916 tot 1 november 1921 was hij postdirecteur in Gouda. Van daar is de familie naar Apeldoorn vertrokken. Zijn zwager Wieger Hendrikus Idzerda (1816-1881) was medicus en kamerheer van koning Willem III. Henricus Houwink overleed op 24 juni 1935 te Den Haag en is op 27 juni 1935 begraven op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen in Den Haag. |