Hueber, Karl Joseph (Charles)Geboren op 3 december 1880 te Delémont (Zwitserland). Hij huwde met Eugenia Augustina Moebs (Straatsburg 20 april 1887-Castagnola/Lugano 28 december 1966), met wie hij twee zonen en een dochter kreeg. Hueber kwam in 1919 vanaf Lingolsheim, een agrarisch plaatsje uit de Elzas dat na de Frans-Duitse oorlog in 1871 Duits gebied werd, naar Oisterwijk. De firma Adler en Oppenheimer hadden in Lingolsheim een lederfabriek waardoor het plaatsje geïndustrialiseerd werd. Na de Eerste Wereldoorlog werd Lingolsheim weer Frans en werd het bedrijf van Adler en Oppenheimer door de Franse regering in beslag genomen. Adler en Oppenheimer startten een handelshuis in Amsterdam (1919) en die firma, de Amsterdamsche Leder Maatschappij NV (Almij), nam in 1920 de Lederfabriek Oisterwijk over. Hueber werd er bedrijfsleider en volgde rond 1929 Benoit op. Zijn katholieke kinderen gingen tot onvrede van kapelaan Litjens naar de neutrale Oisterwijkse School Vereeniging. Op 30 mei 1932 pachtten tien heren waaronder Charles Hueber en Chr. van der Aa het visrecht van het Esscheven en Witven van Natuurmonumenten voor 100 gulden per jaar. Hueber ging in 1939 met pensioen, en werd opgevolgd door zijn zoon August Emil Hueber (Lingolsheim/Frankrijk 10 juni 1910), die sinds 1935 voor de firma werkzaam was. Na zijn pensioen vertrok Hueber in de zomer van 1939 naar villa Lombardo (Lugano Zwtserland), waar hij in 1951 stierf in Castagnola bij Lugano. |