Kessel, Antonius Josephus vanGeboren te Dreumel (Gelderland) op 12 januari 1901 als zoon van herbergier Laurentius van Kessel (Boekel 21 juli 1860) en Helena Catharina van Elk (Wamel 16 november 1863-Boekel 22 december 1915), dochter van een landbouwer. Hij huwde op 22 mei 1928 te Mill en Sint Hubert met Maria Wendelina Huijbers (Hatert/Nijmegen 19 april 1903), dochter van een veldwachter. Op 12 augustus 1918 vertrok Antonius vanuit het ouderlijk huis in Boekel naar Venray. Eind augustus 1919 verhuisde hij naar Dinther waar hij assistent-directeur van de stoomzuivelfabriek werd. Hij vertrok op 14 juli 1924 weer terug naar Boekel, waar hij bij zijn vader en broers en zussen ging inwonen. Zijn vader was in Boekel hotelhouder en herbergier. Tot juli 1927 woonde Antonius in Boekel, vertrok vervolgens naar Boxtel waar hij inwoonde bij een oudere zus van hem en hij werkzaam was als winkelier, waarschijnlijk in de zaak van haar man Arnoldus van Kol. Na zijn huwelijk begon hij in de zomer van 1928 in Oisterwijk een zaak in ‘kolonialen en galanterieën handel’ genaamd Magazijn De Bijenkorf. Zijn schoonvader (rijksveldwachter Antoon Huijbers) kocht daarvoor de panden in de Kerkstraat A43 (nu 69), waar jaren daarvoor een looierij stond. Naast kruidenierswinkel werd het een bazaar waar de Oisterwijkers potten en pannen, glas, aardewerk, beelden, kinderspeelgoed en in beperkte mate ook kledingstukken konden kopen. Het was eigenlijk het eerste warenhuis in Oisterwijk. Het ging Van Kessel in Oisterwijk voor de wind. Samen met zijn vrouw kreeg hij er twee zonen en drie dochters en ondanks de crisisjaren draaide de winkel goed. Tot die fatale avond van donderdag 17 oktober 1935. Buurtbewoners zagen rond 19.00 uur een verstikkende rook uit het pand komen. De brandweer zette onder leiding van Bernard Vriens drie waterslangen in. Voor zover de ruiten door de hitte al niet waren gesprongen, sloeg de brandweer de ramen stuk om zo grote hoeveelheden water naar binnen te kunnen spuiten in een poging in elk geval het woongedeelte van het pand te redden. De waterstralen raakten ook de potten en pannen in de winkel, hetgeen een hels kabaal veroorzaakte. Na een uur blussen was het vuur onder controle, maar er moest tot 22.00 uur worden nageblust. De oorzaak van de brand bleek een brandende kachel in de winkel. De winkel en het woonpand waren verzekerd, maar gezien de schade leek de herbouw een zaak van lange adem te worden, aldus de journalist van het Dagblad van Noord-Brabant. Het gezin Van Kessel, de jongste dochter was op het moment van de brand nog geen twee maanden oud, kwam met de schrik vrij. Het gezin van Kessel verhuisde op 2 april 1936 naar Heeswijk, waar Antonius het beroep als handelsreiziger voortzette. Dat lukte maar kortstondig want op 42-jarige leeftijd overleed hij op 31 maart 1943 in Den Bosch. Het Oisterwijkse pand werd na de brand verbouwd tot twee winkels met woonhuis. Eén winkel werd overgenomen door vertegenwoordiger Fredericus Johannes Jansen. Volgens de woningkaart heten de winkelpanden rond de oorlog De Arkduif en Liskers (?) Bazaar. Op 6 oktober 1945 openden de gebroeders Franciscus J. en Johan Jansen er een zaak in huishoudelijke artikelen. Maar in oktober 1948 verhuisde Fredericus Jansen alweer naar de Burg. van Beckhovenstraat en was het eerste Oisterwijkse warenhuis ter ziele. Vanaf 1950 dreven Wim en Bep van Elderen aan de Kerkstraat 67-69 een textielhandel. |