Lil, Joseph van

Joseph van Lil zelfportret

Geboren op 29 september 1826 te Oisterwijk als zoon van Hubertus van Lil (gedoopt Chaam 17 september 1794-Oosterhout 4 april 1868), meester-stukadoor, en Adriana van den Boer (gedoopt Boxtel 27 juni 1797-Breda 29 augustus 1884), dochter van een Oisterwijkse logementhouder. Hij trad op 8 april 1850 in Antwerpen in het huwelijk met de uit Antwerpen afkomstige Maria Francisca Josepha Wijnants (1827-1907), met wie hij zes zonen en twee dochters kreeg. Joseph was in Oisterwijk opgegroeid met twee broers, twee zussen én een dienstbode. Een van die broers overleed al in 1833 op tweejarige leeftijd. Het gezin verhuisde 30 april 1842 naar de Vughterdijk (de huidige Vughterstraat) in Den Bosch, waar vader Van Lil in 1841 het huis ‘Den (Zwarte) Bellaard’ genoemd, had gekocht. Het gezin ging op 27 juni 1853 toch weer terug naar Oisterwijk en zou in april 1855 zich vestigen in Oosterhout. Op twintigjarige leeftijd, in 1846, was Joseph vanuit Den Bosch in Antwerpen gaan wonen. Aanvankelijk werkte hij als huisschilder maar vanaf 1856 staat hij te boek als kunstschilder. Van Lil was gespecialiseerd in portretten en genreschilderijen. Hij vervaardigde ook religieus werk en kopieerde werken van beroemde meesters. Waar hij zijn opleiding had genoten is nog onbekend. Zijn broer Gerard en zijn zus Anna Catharina voegden zich bij Joseph in Antwerpen. Gerard was er ook actief als huisschilder. In Antwerpen woonde Van Lil tot aan zijn dood in het historische complex ‘Biecorff’ aan de Eiermarkt te Antwerpen, waar hij ook eigenaar van was. Hij had het pand in 1866 aangekocht. In 1861 nam hij met een drietal schilderijen (Het Ontwaken, Portret van de moeder van de kunstenaar en Portret van Dokter S.) deel aan de Salon van Antwerpen, een van drie Belgische Salons. Van Lil was ook met drie schilderijen (Ziedaar vader! Een eerste les, Wilt U er een beetje van? en Portret van Miss A.M. de Hundersfield) aanwezig op de Salon van Gent in 1874. Ook recentelijk werd werk van hem geveild onder andere in Bury-St. Edmunds (2016), Buckingham (2016), Alysham (2017 en 2019), Namen (2017) en Düsseldorf (2018). Een zelfportret werd in 2007 geveild in Londen (Sotheby). Een aantal werken van Van Lil werden in 2017 in Maastricht geveild, onder de verkeerde naam J. van Lit. De doeken werden ingebracht door de Nederlandse trappistenabdij Lilbosch in Echt. Een zoon van Van Lil, de Belgische priester Georges van Lil (1868-1938), had connecties met de trappisten in de voormalige abdij in Tegelen. Daar heeft hij tijdens zijn verblijf in Nederland (1908-1921) een twintigtal schilderijen gedeponeerd. Joseph van Lil overleed op 23 maart 1906 in Antwerpen.

Literatuur: Jo Pluymakers ‘Joseph van Lil’