Mutsaerts, Frederic Richard Marie (Frits)

Fred Mutsaerts

Geboren op 1 december 1895 te Tilburg (wijk Veldhoven) als zoon van fabrikant Johannes Franciscus Mutsaerts (Tilburg 3 juli 1863-Brussel 10 december 1957) en Maria Eleonora Barnardina Mutsaers (Tilburg 17 mei 1865-Amsterdam 7 mei 1931), dochter van wijnhandelaar, Tweede Kamerlid, lid Gedeputeerde Staten en burgemeester van Tilburg W.P.A. Mutsaers. Frits Mutsaerts was een broer van W.P.A.M. Mutsaerts, bisschop van Den Bosch (1943-1960). Frits Mutsaerts huwde op 7 oktober 1918 te Tilburg met de fabrikantendochter Carola Renildis Maria (Carla) Kerstens (Tilburg 11 februari 1897-19 april 1972), met wie hij in elk geval twee zonen en drie dochters kreeg. Zijn dochter Carla zou in januari 1950 trouwen met Norbert Schmelzer, Tweede Kamerlid namens de KVP. Frits Mutsaerts verbleef van december 1904 tot augsutus 1912 in Sint-Michielsgestel, waar hij net als zijn broers studeerde aan De Ruwenberg, een internaat voor jongens uit de fabrikantenklasse van de Fraters van Tilburg, dat met Frans als spreektaal niet enkel opleidde voor het seminarie, maar ook een handelsopleiding (Cour Supérieure) kende. Frits Mutsaerts werd in 1928, samen met zijn schoonvader, directeur van de Tilburgse firma J.A.A. Kerstens Lakenfabrieken, die gevestigd waren aan de Langestraat en op Broekhoven (Vlimmenhoefstraat, Mechtildistraat). Toen zijn schoonvader in 1934 overleed, was Mutsaerts nog de enige directeur. De firma trad in februari 1942 in liquidatie, maar werd onder dezelfde naam voortgezet door Frits Mutsaerts. Hij zou tot aan zijn overlijden president-commissaris zijn van wat later (in elk geval in 1967) de NV ‘Confectiebedrijf P. Mutsaerts en Co’ heette (genoemd naar zijn zoon Paul [1921], die mededirecteur was). Zijn oudste zoon Freek (1919) zou de NV Wollenstoffenfabriek J.A.A. Kerstens voortzetten. Hij was de laatste directeur uit de families Kerstens en Mutsaerts. Door samenwerking en overnames probeerde hij in de jaren zestig nog het tij te keren, maar in 1965 moest hij toch aftreden om zich verder geheel te wijden aan zijn voorzitterschap van de Vereniging van Tilburgse Wolfabrikanten. Over Frits Mutsaerts ging het verhaal dat, hoewel hij niet meer rookte, toch steeds door de fabriek liep met een onaangestoken sigaret in de mond. Mensen die al langer bij hem werkten spoorden nieuw personeel aan om hem een vuurtje aan te bieden. Dit kwam die bereidwillige lieden echter op een fikse uitbrander te staan, want mijnheer Frits rookte toch niet meer!

Frits Mutsaerts zou een belangrijke rol spelen in het Tilburgse en Oisterwijkse maatschappelijke leven. Namens de katholieke fractie kwam Mutsaerts in 1923 in de Tilburgse gemeenteraad. Hij was in 1933-1934 voorzitter van een speciale ‘textielcommissie’ om in de crisisjaren de aandacht te vestigen op de Tilburgse textielindustrie. Tevens was hij bestuurslid van voetbalvereniging Willem II (in elk geval in 1925-1937, in 1931 waarnemend voorzitter en in 1932 voorzitter), voorzitter Tilburgse IJshockey Club (in elk geval 1938) en voorzitter van Tilburg Vooruit (in elk geval in de jaren 1934-1940). In de jaren dertig bestond er ook een sportvereniging van de lakenfabrieken J.A.A. Kerstens. Mutsaerts speelde ook toneel. Op 25 februari 1927 speelde hij in de zaal van de Koninklijke Liedertafel Souvenir des Montagnard mee in een blijspel van A.J. Zoetmulder. Hij had de rol van de verloofde van een van de hoofdrolspeelsters, in werkelijkheid was dat zijn eigen vrouw Carla. Hij was in 1935 ook lid van het voorlopig bestuur van de Aeroclub, een lobbyclub voor een vliegveld in Midden-Brabant.

Op 3 november 1942 verhuisde Frits Mutsaerts met zijn gezin naar Oisterwijk: ’t Mastendolleke aan de Heisteeg D370 (later Heisteeg 22 genummerd). Na de bevrijding bleek in Oisterwijk F. Werdmölder benoemd te zijn tot districtscommandant van de Ordedienst, die zich ook met de zuivering zou bezig houden. Deze Werdmölder was echter in de oorlogsjaren lid geweest van het fascistische Nationaal Front van Arnold Meijer. Het Oisterwijkse verzet, maar ook burgemeester Jan Verwiel, koesterden grote bezwaren tegen deze benoeming. Op 30 oktober 1944 reeds, vier dagen na de bevrijding, werd Werdmölder vervangen door Frits Mutsaerts. Maar op hoger niveau zou de zaak in Breda toch weer vertraagd worden, er werd om een nader onderzoek gevraagd. Op 8 november werd een compromis bereikt. Werdmölder hoefde niet meteen plaats te maken, maar pas wanneer de Ordedienst zou overgaan in de Binnenlandse Strijdkrachten. Feitelijk was dat al gebeurd, zodat Mutsaerts in functie kon treden. In 1952 werd Frits Mutsaerts benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was in de jaren vijftig lid van de Oisterwijkse gemeenteraad (1953-1958). Frits Mutsaerts heeft in de jaren dat hij in Oisterwijk woonde een bijna ontelbare rij functies vervuld in het Oisterwijkse verenigingsleven: voorzitter RK Sportvereniging Taxandria (in elk geval in 1945), voorzitter van de Oisterwijkse VVV (in elk geval periode 1949-1958, in 1960 werd hij tot erelid van de VVV benoemd), erevoorzitter RK zangvereniging Zang en Vriendschap (in elk geval periode 1952-1956), beschermheer Brabantse Operette Spelers, daarvoor genaamd Tilburgs Gemengd Koor (in elk geval 1954-1957), voorzitter van de RK Muziekschool (in april 1959 heeft hij deze functie neergelegd) en president (beschermheer) van muziekvereniging Asterius (in elk geval in periode 1950-1956). Voor een deel waren deze bestuursfuncties ook weldoeners-activiteiten, zo betaalde Mutsaerts de nieuwe uniformen van Asterius en de reiskosten die leden van Zang en Vriendschap maakten toen zij hun vroegere moderator Hansen in Eersel bezochten. Mutsaerts was invloedrijk, zo kreeg hij het volgens Lieske van der Eerden voor elkaar dat de gemengde zangvereniging Zang en Vriendschap toch het predikaat RK kreeg, maar zijn broer was dan ook de bisschop van Den Bosch. In 1956 werd hij één van de grote hondenkenners van Nederland genoemd. Hij stond in datzelfde jaar zijn tweeënhalf jaar oude Mechelse herder Rakky af aan de landelijke politiehondenvereniging KNPV, die deze hond vervolgens schonk aan prinses Margriet. Zijn vrouw Carla had reeds voor de Tweede Wereldoorlog al hoge ogen gegooid op kynologen-dagen met uit Engeland geïmporteerde terriërs. Als voorzitter van de Oisterwijkse VVV opende Mutsaerts in de zomer van 1956 het bungalowcomplex De Rosep van de voormalige leider van Zwart en Nationaal Front Arnold Meijer. Zijn echtgenote Carla moest in januari 1948 op zoek naar een nieuwe dienstbode, 'ter vervanging van onze trouwe Dienstbode, die bijna 20 jaar bij ons was'. In juni 1959 zette zij wederom een advertentie in de krant voor een RK echtpaar (eventueel met één kind) waarvan de vrouw de huishoudelijke zorg in 't Mastendolleke op zich zou nemen en de man behulpzaam zou zijn bij het tuinonderhoud. Een vrije dienstwoning was beschikbaar. Frits Mutsaerts overleed op 17 juni 1967 te Tilburg. Eerder op die avond was Mutsaerts met zijn auto op het kruispunt Heisteeg-Baerdijk in Oisterwijk in botsing gekomen met een bestelauto, waarna hij met een schedelbasisfractuur was opgenomen in het Tilburgse Sint-Elisabeth-ziekenhuis. Zijn vrouw bracht haar laatste jaren door in pension Mariëngaarde te Tilburg.