Nouhuijs, Herman Gosuinus van

Geboren Hurwenen 20 februari 1811 als zoon van predikant Herman Jacob van Nouhuijs en Cornelia Susanna Davids. Hij huwde met Johanna Catharina Veefkind (Leiden april 1810-Veghel 22 februari 1863) met wie tenminste vijf kinderen kreeg, waarvan twee dochters in Oisterwijk werden geboren. Hij woonde in Bladel waar zijn vader in elk geval vanaf 1831 predikant was. Hij werd dominee te Oisterwijk van 9 juli 1843 tot 29 juni 1856, waar hij R.A. van Heusden opvolgde. In 1845 maakte hij aan de protestantse genootschappen in het zuiden des lands duidelijk dat zij protestantse onderwijzers moesten ondersteunen die door oprichting van katholieke scholen hun inkomsten zagen teruglopen. Ongeveer 5% van de Oisterwijkse bevolking was protestant. Zijn verzoek om steun leverde weinig op en teleurgesteld schreef hij op 25 maart 1845 dat de roomsen nu hun "rijk van duisternis en van zedelijke slavernij" konden uitbreiden en bevestigen. Hij werd in Oisterwijk als predikant opgevolgd door E.J.W. Koch. Van Nouhuijs was vanaf 1856 predikant te Ossendrecht en daarna mogelijk in Veghel. Hij overleed te Erp op 14 september 1878.

Literatuur: W. de Vries, 150 Jaar Welstand, de Maatschapppij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden 1822-1972 (Tilburg 1972).