Nunen, Elisabeth (Bet) vanGeboren op 14 februari 1898 te Oisterwijk (J. Lenartzstraat) als dochter van arbeider Johannes van Nunen (Oirschot 17 augustus 1871) en Joanna van Oudenhoven (Oirschot 23 augustus 1867). Ze huwde op 6 februari 1919 te Moergestel met Lambertus Cornelis (Bart) Vos (Hilvarenbeek 26 augustus 1886-Den Bosch 22 oktober 1957), met wie ze twee dochters kreeg. Vervolgens huwde ze op 28 augustus 1964 te Oisterwijk met Martinus Henricus Derksen (Oisterwijk 24 mei 1905-7 september 1979). Bet was de oudste uit een gezin van vijf kinderen. Op haar vierde verhuisde ze naar Moergestel waar haar vader een boerderij had gekocht. Als oudste van het gezin moest zij hard werken in de huishouding en op de boerderij. Ze verhuisde na haar huwelijk naar Tilburg, waar haar man bij de politie werkte. Hier werden twee dochters geboren: Riet (1920) en Annie (1921). In 1920 kreeg haar man Bart een ongeluk door een verkeerd functionerend geweer en verloor een oog. Daardoor werd hij afgekeurd voor verdere dienst bij de politie. Hij wilde toen jachtopziener worden, maar Bet wist hem (met de broodplank!) te overtuigen tot een beroep waarbij je meer in de bewoonde wereld kon wonen. Het gezin Vos verhuisde in mei 1924 naar Oisterwijk, waar ze café De Voermanskar in de Spoorlaan gingen exploiteren, waarbij ook een kolenhandel werd opgezet. In 1930 bouwden zij aan de Spoorlaan een nieuw café De Oude Vos, waarin Bet aan de tap stond. Ze was een grote struise vrouw en kon goed met de cafébezoekers omgaan. Ze kreeg van de bierbrouwers de titel van 'beste kastelein van Oisterwijk'. Bart dreef een kolenzaak (Morsbach antraciet). Het café werd in de oorlogsjaren het onderkomen voor onderduikers (op verzoek van kapelaan Sleegers, die onderduikers werden meestal doorgesluisd naar Janus Rooijakkers in Moergestel die deel uitmaakte van een verzetsgroep of naar de Kievitsblek). Sommige onderduikers bleven hangen en gingen deel uitmaken van het Oisterwijkse verzet: Hans Kapteijn, Wim van Enter, Harrie en Ben van Keulen en Martien en Frans de Weijer en later nog anderen. Ze hielpen onderduikers, brachten via Spapens in Goirle vliegeniers over de grens, wapens en radio’s zaten onder de kolen. In de nabijgelegen PAZO-fabriek werd geknutseld met explosieven. Na een inval in september 1944 van de Duitsers in het café (waarbij niks gevonden werd) verhuisden de verzetsmannen naar de bossen bij de Rosephoeve (boerderij Balsvoort). Bij de ontploffing van de munitietrein op 16 september raakte het cafépand zwaar beschadigd. Tot 1951 exploiteerden Bet en Bart het café, dat in dat jaar door dochter Riet werd overgenomen. In 1960 werd het café eigendom van de familie Emans uit Rotterdam en midjaren zestig van brouwerij Oranjeboom. Nu is er de onderdelenshop van Leo van der Steen gevestigd. Bet Vos had zich ondertussen in de Joannes Lenartzstraat gevestigd. Na de dood van haar tweede man ging ze inwonen bij dochter Marie (Joannes Lenartzstraat 32). In 1983 kreeg Bet Vos-van Nunen daar het verzetsherdenkingskruis, uitgereikt door verzetsman Wim van Enter. Zij overleed te Oisterwijk op 2 december 1988. In 2005 voerde de Verenigde Oisterwijkse Spelers in het Natuurtheater het theaterstuk 'Betje Vos' uit over Oisterwijk in de oorlog en het verzet. In 2010 besloot het gemeentebestuur een straat naar haar te vernoemen in de wijk Pannenschuur. Literatuur: Noud Smits, 'Beth Vos, een kordate vrouw, onderscheiden met het verzetsherdenkingskruis', De Kleine Meijerij 56 (2005) 55-60. |