Perk, George DiederikGeboren te Hilversum 8 september 1845 als zoon van notaris, gemeentesecretaris en Albertus Perk (Hilversum 15 april 1795-7 december 1880) en diens tweede vrouw Maria Antonetta van Putten (Beek 9 mei 1808-Hilversum ? 1886). Hij huwde op 22 oktober 1872 in Duitsland (Landherrenschaften der Geestlande) met Anna Catharina Adolphina (Kethe/Kate) Mohrman (Macasser 14 mei 1852-Oisterwijk 19 december 1930) met wie hij acht kinderen kreeg. In 1874 liet hij villa Rustoord (Heusdensebaan 7, later kindertehuis Rustoord, FNV-scholingsinstituut en nu hotel De Leijhof) in Oisterwijk bouwen. Hij had zich begin 1872 al in Oisterwijk gevestigd om er een machinale weverij voor linnen, pellen en damast op te richten, maar werd uiteindelijk wijnhandelaar en handelsreiziger. Door de uitbreiding van de handel kwamen steeds meer Oisterwijkse ondernemers naar Perk om Duitse en Engelse brieven te laten vertalen. In april 1879 was hij liberaal kandidaat voor de gemeenteraad, maar verkreeg slechts 13 stemmen. In 1895 verkozen tot diaken van de hervormde gemeente. Hij werd in juni 1909 gekozen als bestuurslid van de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden in Noord-Brabant en Limburg. In 1908 medeoprichter van de Oisterwijkse VVV. Hij werd in 1909 penningmeester van het toen opgerichte Oisterwijkse Departement van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen, hij bedankte in 1916-1917 als voorzitter van dat Departement. De Oisterwijkse katholieke geestelijkheid moest niks van het ‘verlichte’ Nut hebben. Perk schreef aan het hoofdbestuur van het Nut: ‘Het is treurig maar waar, dat vlak na de vrij metselaars de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen gevreesd wordt als de pest door de R.C. geestelijken, ik zou U daarvan haast ongelofelijke staaltjes kunnen vertellen’. In 1912 was hij met Willem van Oppenraaij ijveraar voor behoud van de Oisterwijkse bossen. Hij was bestuurslid Gezondheidscommissie en een der oprichters van de protestantse bewaarschool en de Oisterwijkse Schoolvereeniging (OSV), van beide instellingen ook bestuurslid. Perk werd eind 1914 benoemd tot lid van het provinciaal comité tot hulp en steun van Belgische Vluchtelingen. Door het kabinet was Van Oppenraaij voor die functie aangezocht, maar deze vond met goedkeuring kabinet Perk bereid en beschikbaar. Met Van Oppenraaij was hij lid van de sociëteit ‘De Vereeniging’. Woonde op Perkakker (George Perklaan?). Hij werd door de landbouwers van Kerkhoven aangeduid als ‘het heerke’. Rond 1917 werd de George Perklaan naar hem genoemd, die in 1925 door de familie aan de gemeente werd overgedragen. Hij woonde in zijn laatste jaren op De Lind (nu 20 en 22). Dat pand was eigendom van zijn dochter Antoinetta Louise, gehuwd met F.B. van den Bergh en daarvoor weduwe van de hoofdadministrateur van de Deli-Maatschappij te Medan. Het pand heette 'Medan Poetrie', wat 'dochter van Medan' betekent. Perk overleed te Oisterwijk op 24 juli 1925. Hij was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. |