Rijpperda, JanGedoopt op 8 december 1782 te Oisterwijk als zoon van Sjoerd Rijpperda (Dokkum 17 mei 1746-Oisterwijk 1813) en Rebecca de With (begraven Oisterwijk 27 januari 1787) samen met zijn tweelingzus Maria Elisabeth. Hij huwde op 18 september 1814 te Leeuwarden met zijn nicht Arnolda Breda (Zevenbergen 3 juli 1792-Oisterwijk 19 maart 1872) met wie hij zes kinderen kreeg. Had in 1803 een kind verwekt bij de dienstmaagd van zijn vader: Maria Paaymans. De zaak werd door de familie Rijpperda voor de notaris afgekocht, met de bepaling dat het kind niet de naam Rijpperda mocht dragen. Hij werd in september 1816 benoemd tot vrederechter voor het kanton Oisterwijk en volgde daarmee De Lannoy op. Rijpperda werd na de dood van zijn vader eigenaar van De Drye Swaentjes. Woonde daarvoor op De Lind 75 (sigarenmagazijn Aarts). Was beschermheer schutterij en latere harmonie Asterius. Hij overleed te Oisterwijk op 9 augustus 1834, hij werd evenals zijn vrouw begraven op het protestantse kerkhof. Zijn dochters Rebecca en Igminia Ignatia huwden respectievelijk met R.F. Wierdsma en kantonrechter De Balbian Verster. Als herinnering aan de grondaankopen van Natuurmonumenten bood de familie Wierdsma aan Natuurmonumenten een zitbank aan, die in 1917 geplaatst werd aan het Kolkven op de plek waar jarenlang een ton schuilplaats was voor vissers en geliefden. In de bank zijn de familiewapens van Wierdsma, Rijpperda en De Balbian Verster verwerkt. Literatuur: Tine de Zeeuw, 'Levensbeschrijving van Sjoerd Folkerts Rypperda, zijn familie en nazaten', De Kleine Meijerij 63 (2012) 28-43. |