Rijpperda, Jan ArnoldGeboren op 7 april 1828 te Oisterwijk als zoon van Jan Rijpperda (gedoopt Oisterwijk 8 december 1782-9 augustus 1834) en Arnolda Breda (Zevenbergen 3 juli 1792-Oisterwijk 19 maart 1872). Ongehuwd, woonde aan De Lind met zijn huishoudster Adriana van den Heuvel in een wit gekalkt pand met vier ramen en groene luiken (De Lind 75, voormalig sigarenmagazijn Aarts). Was vanaf zijn zeventiende jaar tot 1848 werkzaam als klerk voor de belastingontvanger te Oisterwijk. Op 15 december 1848 werd hij door koning Willem II benoemd met ingang van 1 februari 1849 tot surnumerair in de provincie Drenthe. Hij werd in 1856 rijksontvanger te Megen en in de periode 1863-1903 te Oisterwijk. In Oisterwijk was hij ook raadslid (1867-1904 en 1906-1910). Hij zette zich als raadslid in voor verbetering van de kwaliteit van de Voorste Stroom. Oprichter, president (tot 1877) en beschermheer van harmonie Asterius. In 1908 initiatiefnemer VVV, maar hij was ook betrokken bij eerdere activiteiten van een comité voor vreemdelingenverkeer in de periode 1887-1888. In 1871 was hij liberaal kandidaat voor de provinciale verkiezingen in de kieskring Tilburg. Hij verkeeg 112 stemmen, de andere liberale kandidaat, burgemeester Jansen van Tilburg, 377 en een ultramontaan 363. Het Vaderland berichtte te verwachten dat de stemmen van Rijpperda bij de tweede ronde naar de katholieken zouden gaan. Volgens Holleman zou Rijpperda eigenlijk de gehele gemeente regeren (zo blijkt uit notities van commissaris der Koningin Van Voorst tot Voorst). Door zijn bijzondere welsprekendheid leidde hij menige vergadering. Eind 1898 werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Na zijn werkzaam leven als rijksontvanger vertrok hij op 4 november 1904 naar Den Haag om daar rust te vinden bij een familielid. Heimwee deed hem echter terug keren naar Oisterwijk. Rijpperda was kerkvoogd binnen de Hervormde Gemeente. Hij zette nog een vereniging tegen de waterverontreiniging op: Vereeniging tegen Verontreiniging van Openbare Wateren, met een vijftigtal leden. Hij overleed te Oisterwijk op 9 februari 1910. Zijn zwager De Balbian Verster deed aangifte van het overlijden. Asterius begeleidde hem naar zijn laatste rustplaats. Onwrikbaar in zijn eigen overtuiging, huldigde Rijpperda de grootste eerbied en verdraagzaamheid jegens de overtuigingen van anderen, zowel op godsdienstig als sociaal gebied. |