Roijaards, Lodewijk GerardGeboren op 3 november 1830 te Arnhem als zoon van Albertus Godefridus Gerhardus Roijaards (Huissen 31 december 1781-Arnhem 27 maart 1839) en Louise Constantine van Renesse (Eersel 18 juni 1796-Nuenen 15 november 1853). Vader was raadsheer bij het provinciaal gerechtshof van Gelderland, hij stierf reeds in 1839 waarna prof. dr. H.J. Roijaards, kerkhistoricus uit Utrecht, voogd werd over Lodewijk Gerard. Roijaards was hervormd predikant te Oijen en Megen (vanaf 1857) en werd op 3 maart 1860 als predikant te Oisterwijk beroepen, als opvolger van E.J.W. Koch. Roijaards huwde in 1865 met Willemina Bake (Leiden 26 maart 1830-Oisterwijk 25 november 1866) met wie hij tenminste een zoon kreeg. Willemina Bake stierf bij de geboorte van een meisjestweeling, ook de tweeling overleefde de bevalling niet. Hij hertrouwde op 18 augustus 1869 met Anna Helena Holleman (Oisterwijk 2 februari 1842-1929), dochter van Wouter Holleman, met wie hij drie zonen en twee dochters kreeg. Op 5 februari 1871 bevestigde hij dominee Dorus van Gogh te Helvoirt. Roijaards zette zich in voor het protestantse onderwijs. In 1873 zette de kerkeraad met hulp van de domineesvrouw een brei- en naaischool voor meisjes op. Hij ging op 30 oktober 1892 met emeritaat en werd opgevolgd door N.J. Telders. Roijaards' woning in Oisterwijk werd in 1896 gekocht door F.J. Paanakker, als Fraterhuis voor de Fraters van Tilburg (St. Hermanusgesticht). Pastoor Van Heesbeen had Paanakker als stroman gebruikt omdat Roijaards niet bereid bleek zijn woning te verkopen aan de pastoor of fraters. De dominee zou op de muur van zijn verkochte woning hebben laten schilderen ‘acquisita dolo et fraude’ (‘verkregen door list en bedrog’). Roijaards stierf te Den Haag op 30 maart 1918, maar werd in Oisterwijk (met rouwstoet vanaf hotel De Zwaan) op het NH-kerkhof begraven. Een dochter huwde met de rechtshistoricus prof. mr. A.S. de Blécourt. Literatuur: Ad van den Oord, '"Papenvreters van den eersten rang". De inspanningen van de Oisterwijkse protestantse elite voor "eigen onderwijs" 1830-1921', in Theo Cuijpers (eindredactie), Hoe straalt de oude school. Een Oisterwijkse onderwijsgeschiedenis (Oisterwijk 1997) 31-42. |