Roosen, Adrianus Wilhelmus Matheus (Janus)Geboren op 4 september 1864 te Oisterwijk als zoon van kleermaker Adriaan Roosen (Tilburg 12 maart 1831) en Dorethea Schonk (Oisterwijk 21 september 1835-18 maart 1915). Hij huwde op 11 juli 1893 met de kruidenierster Alida Adriana de Backer (Oisterwijk 25 juli 1867-31 juli 1952). Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren. Hij richtte in 1897 schoenfabriek ARBO op (anagram van de beginletters Roosen-de Bakker) en kocht op 28 juni 1898 grond met huis en tuin van textielfabrikant Henry van Dooren uit Tilburg. Startte met een winkel en in de schuur een schoenmakerij. In 1901 vond een eerste uitbreiding plaats door de aannemers gebroeders Schonk. Roosen had in 1912 een grote winkel, zijn vrouw ging zelfs de fabriek in om te verkopen. De schoenmakersbond ervoer de sterkste drang tot winkelnering bij deze firma. In 1912 plaatste Roosen stoommachines en werd een boetestelsel ingevoerd. Hij werd Hanzelid (1913) en had in 1917 een geschat jaarinkomen van 20.000 gulden. In 1918 werd hij voor de rechtbank in Breda aangeklaagd wegens belastingontduiking. Hij had een inkomen van 4000 gulden opgegeven terwijl het in werkelijkheid 38.478 gulden was. De eis was 2000 gulden boete of vier maanden gevangenisstraf. De kranten meldden de belastingontduiking van Roosen, die raadslid was geworden, en van de Oisterwijkse wethouder Jan van Iersel, die ook een te laag inkomen zou hebben opgegeven. Van Iersel werd door de Bredase rechtbank vrijgesproken. In 1920 volgde een tweede uitbreiding van de schoenfabriek van Roosen. ARBO was gespecialiseerd in kinderschoenen, pantoffels en sandalen. In de topjaren jaren twintig en dertig werkten er 200 mensen. Janus Roosen was zeer actief in het katholiek maatschappelijk leven. In juli 1917 werd hij met 23.9% van de stemmen in de gemeenteraad gekozen. Hij was in 1918 secretaris van de RK Kiesvereeniging. In 1919 behaalde zijn katholieke lijst maar liefst 57% van de stemmen. Hij werd wethouder en bleef tot 1931 in de raad. In 1917 was hij lid van de huurcommissie. In 1919 wees het SDAP-raadslid Janus Boons op illegale lozingen van Roosen op het water. In 1914-1915 bedankte Roosen als lid van de neutrale muziekvereniging Asterius en in 1920 was hij waarnemend voorzitter van de katholieke Kunstkring. Hij onderhandelde met Asterius over een niet tot stand gekomen fusie (1921).Hij was initiatiefnemer van de RK Sociëteit en bestuurslid RK vereniging voor vakonderwijs. Hij vierde zijn diamanten jubileum bij de H. Familie en behoorde tot oprichters van de Stichting Bad Oisterwijk. Door ziekte getroffen in 1925 gaf hij leiding van het bedrijf in handen van zijn zonen ,maar hij trad in januari 1926 wel toe tot het bestuur van de Nederlandsche R.K. Bond van Schoenfabrikanten. In 1935 werd door de firma een collectief contract ondertekend. Hij kocht van de erfgenamen George Perk in 1927 het pand Medan Poetri op De Lind (20 en 22). Vervolgens liet hij architect H.W. Valk in 1927 De Lind 24 bouwen. Hij werd na de bouw van de Joanneskerk een der eerste kerkmeesters. Janus Roosen overleed te Oisterwijk op 25 oktober 1944. De schoenfabriek van Roosen begon in 1950 te Sint-Michielsgestel een nieuw bedrijf met alleen een stikkerij en een vulkaniseerafdeling. In 1960 werd het bedrijf opgedeeld tot de liquidatie in 1969. Literatuur: A.M. Roosen, Ro(o)sen Ro(o)zen. 700 jaar geschiedenis van een Brabants geslacht (Leidschendam 2002) |