Simon, SalomonGeboren in Falkenberg (tussen Pilzen en Bayreuth) ca. 1704. Hij huwde met Helena Benjamin Walgh (Bonn) en vervolgens te Oisterwijk op 23 november 1753 met Maria Meyer (Anspach ca. 1727-Lith 28 oktober 1828), met wie hij tenminste twee dochters kreeg. Salomon Simon was mogelijk de eerste joodse inwoner van Oisterwijk. Hij vestigde zich al voor 1739 in het dorp en was veehandelaar en slachter ("geneerde met slagten of beenhacken en 't vleesch alhier te vercoopen"). Hij had in 1744 een conflict met een Moergestelse boer, die hem een slachtkoe verkocht die met de pokken besmet was. De rechtszaak kreeg antisemitische trekjes. Volgens de Moergestelnaar was het "afknevelen" van geld door joden aan christenen gebruikelijk, wat Salomon deed antwoorden dat men in elke godsdienst goede en kwade mensen aantrof en dat hij zichzelf beschouwde als iemand "van een ordentelijck en eerlijck gedrag". Salomon Simon bood onderdak aan talloze, uit het buitenland afkomstige, rondtrekkende joodse marskramers. Hij verhuisde zeer veel. In 1760 woonden er al zo’n twaalf tot dertien joodse families in de vrijheid Oisterwijk. Oisterwijk zou de centrale plaats in het zuiden van Nederland worden voor de relatief grote joodse gemeenschap, met een synagoge (1809) en een rabbijn. Salomon Simon overleed op 14 maart 1794. Zijn dochter Belia uit zijn tweede huwelijk, ook wel Roosje genaamd (Oisterwijk 25 november 1756-22 november 1826) was klerenkoopster en huwde met Soesman Samuel (Hamburg december 1744-Oisterwijk 17 september 1815), na 1811 genaamd Simon Samuel de Roos, die koopman in oude kleren, schoolmeester van de joodse school en rabbi (voorzanger en voorlezer, 1798) in Oisterwijk was. In 1798 woonden er ongeveer honderd joden in Oisterwijk. Literatuur: W. de Vries, ‘Salomon Simon (± 1704-1794), een markante figuur in het midden van de 18de-eeuwse Joodse gemeenschap te Oisterwijk’, in Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 1972 53-71; Thilde Bruning, ‘Het droeve verhaal van Salomon en de grijze koe’, in De Kleine Meijerij 26 (1975) 44-45. |