Söhngen, Hendrik Lodewijk (Henri Louis)Gedoopt op 6 december 1789 te Oirschot als zoon van de Franse kostschoolhouder Johan Söhngen (Nassau-Siegen 28 maart 1753-Oirschot februari 1824) en Christine Gotlieb Horn (Nassau-Siegen 4 april 1762-Oirschot 20 september 1800). Nederlands Hervormd. Hij huwde op 4 december 1821 te Amsterdam met Elisabeth Catharina Hancock (Amsterdam 2 december 1799-Epse/Gorssel 13 mei 1870), met wie hij zeven kinderen kreeg. Hij was kostschoolhouder te Boxtel (in elk geval vanaf 1823) en vestigde zich in oktober 1830 te Oisterwijk (Lindeind 182a, afgebroken in 1963, het was gelegen op de hoek De Lind-De Balbian Versterlaan waar nu het gemeentekantoor staat). Hij bezat de tweede rang als onderwijzer en gaf onderwijs in Nederduitse en Franse talen. Maar hij kreeg van de inkrimpende protestantse elite van Oisterwijk en omstreken onvoldoende nering om zijn gezin goed tekunnen onderhouden. Ondanks de medewerking van provincie en gemeente liep het geen storm. Het gemeentebestuur rapporteerde in 1838 dat er gegeven werd 'een dagelijks onderwijs aan eenige kleine kinderen'. Bij gebrek aan leerlingen sloot Söhngen in 1841 de deuren en verhuisde naar de Hoogstraat; hij bleef wel als kostschoolhouder ingeschreven staan. In 1855 zocht hij zijn toevlucht tot Helvoirt waar zich evenals in Oisterwijk een kleine doch niet onbemiddelde protestantse gemeenschap bevond. Hij overleed op 25 maart 1861. Zijn neef Johannes Nicolaas Gottlieb Söhngen (Oirschot 5 april 1841-Hoorn 2 juli 1918) schreef het bekende Uit de Meierij. Schetsen van het Noordbrabantse volksleven (Leiden 1888). |