Stigt, IJsbrand vanGeboren te Culemborg op 31 oktober 1872 als zoon van koopman Pieter van Stigt (Culemborg ca 1834-29 april 1905) en Cornelia Maria Aussems (Culemborg ca 1844-24 maart 1911). Hij huwde op 17 februari 1898 te Culemborg met Johanna Borgstein (Culemborg 30 december 1868-Maasdriel 15 december 1949). Het huwelijk bleef kinderloos. Bij zijn huwelijk was hij sigarensorteerder in Culemborg. Hij kwam vanuit Kaldenkirchen, waar hij enige tijd opzichter van een sigarensorteerderij en inpakfabriek was geweest (firma Nehr, waar ook de Oisterwijkse sigarenfabrikant Hamers belangen had) naar Oisterwijk. Tijdens een staking in Kaldenkirchen tegen een inpakmachine en loonkortingen werden rond 1901 vierhonderd arbeiders uitgesloten. Van Stigt werd meesterknecht op de sorteerderij van De Huifkar en voorzitter van de afdeling van de RK Tabaksbewerkersbond, die in februari 1901 opgericht werd. Gerardus Horvers volgde hem in 1902 op als voorzitter, vervolgens was Van Stigt in 1904-1905 weer voorzitter om daarna secretaris (1905 tot in elk geval 1908) te worden. In 1908 was Van Stigt secretaris van het bestuur van de Katholieke Sociale Actie. Hij woonde op de Spoorlaan, de Kerkstraat, op de Lind (bovenwoning naast bakker Meijs) en dreef een pension. In de jaren dertig nam hij zelf ontslag, vanaf 2 oktober 1939 kocht hij een huis aan het Klompven (D305), naar verluidt van de spaarcenten uit Kaldenkirchen. Hamers grapte weleens ‘Het enige dat van Kaldenkirchen is overgebleven is het huisje van Van Stigt’. Hij vertrok op 1 december 1948 naar Velddriel. Hij overleed op 2 december 1950 in de gemeente Maasdriel. Literatuur: Ad van den Oord, Siebe Thissen, Jaqcueline de Vries, De Huifkar, een geschiedenis van de fabriek en haar personeel (Oisterwijk 1988). |