Suijs, Henricus (Hendrik)Geboren op 8 december 1739 te Den Bosch als zoon van lakenfabrikant, koopman en schepen Arnoldus Suijs (gedoopt Oisterwijk 15 mei 1703-begraven 4 juni 1777) en zijn tweede vrouw Elisabeth Habraken (gedoopt Den Bosch 9 oktober 1706-begraven Oisterwijk 28 april 1794). Hendrik kwam uit een familie van lakenververs, zijn vader had een wollen-lakenmanufactuur opgebouwd met een dependance in Den Bosch. De familie Suijs woonde aan de Koestraat, ook wel naar hen Suyssendijk genoemd (nu Burgemeester Verwielstraat). Ten tijde van Hendrik was de ververij goeddeels verleden tijd. In Oisterwijk werd vooral nog geweven en eventueel de wol geverfd, in Den Bosch werden de lakens bereid en verkocht. Hendrik werd in 1793 voogd over de drie minderjarige kinderen van zijn overleden broer Cornelis, die gehuwd was met Elisabeth Tijsmans, de latere echtgenote van maire H.J. Schellekens. Hendrik was lakenfabrikant én vurig patriot. Hij wist bij de verkiezingen voor schepenen en gecommitteerden op 27 april 1795 verreweg de meeste stemmen te behalen. Hij behoorde op 29 maart 1798 tot de nieuwe revolutionaire garde raadsleden naast onder meer Schellekens, Lust en Jacobus Schijvens. Zij allen moesten de volgende verklaring voorlezen: "Ik verklaare te hebben een onveranderlijke afkeer tegen het Stadhouderschap, de Aristocratie, de Regeringloosheid en het Federalisme". Na een schriftelijke stemming werd Hendrik Suijs benoemd tot president-schepen. Ook op 2 november 1801 was hij schepen. Hij overleed plotseling op 1 juli 1811 te Oisterwijk aan de gevolgen van een 'bezetting op de Borst'. Literatuur: P. Arts, ‘Oisterwijk in de Bataafs-Franse tijd (deel 2)’, in De Kleine Meijerij 47 (1996) 94-103. |