Waals, Antonius Cornelis (Antoon) van derGeboren op 8 mei 1912 te Oisterwijk als zoon van schoenmaker en lederbewerker Johannes Josephus (Sjef) van der Waals (Oisterwijk 17 juli 1880-15 februari 1963) en Maria Josephien (Marie) Lapien (Oisterwijk 3 april 1885-2 december 1967), die woonden aan de Pastoor van Beugenstraat 6. Hij huwde op 4 oktober 1950 met Helena Theodora (Leentje) Lapien (Oisterwijk 25 december 1922-Oisterwijk 25 oktober 2002). Toontje van der Waals werkte als lederbewerker en huisschilder (na 1945). Al op vroege leeftijd was hij actief in de voetbalsport. Op de bij deze biografie gepubliceerde foto staat hij (in burgerpak) op de foto van het elftal van voetbalvereniging Oisterwijk, samen met voetballers als Jo Rokven en Bernard van de Wiel. In oktober 1930 is hij rechtsbuiten in het eerste elftal van Oisterwijk. Maar al snel speelde hij als lederbewerker bij het door de NV Lederfabriek in 1930 opgerichte Nevelo, samen met onder andere Willem van der Aa. De voorhoedespeler Van der Waals had voetbaltalent en rond 1936 is hij gaan voetballen bij het Tilburgse Longa, waar hij samen met de Tilburgers Henk Pellikaan (ook speler Nederlands elftal) en B. Brokken in 1936-1937 in het eerste elftal speelde. Met dit elftal prijkte hij in 1937 op de sportkalender van de tabaksfabrikant Turmac. In het seizoen 1936-1936 bereikte Van der Waals met Longa de halve finale van het prestigieuze Zilveren Bal-toernooi, waarin het landskampioen Feijenoord met 2-1 had uitgeschakeld. In die halve finale dolf Longa het onderspit tegen Willem II. In april 1937 ontving Toontje van der Waals een uitnodiging van de KNVB om onder bondscoach Robert ‘Bob’ Glendenning op het Longa-terrein aan ‘oefeningen’ deel te nemen. Van der Waals zou echter niet in de nationale selectie terecht komen. Hij ging spelen bij het Bossche BVV. Ondertussen won hij als lid van Nevelo-atletiek op 8 augustus 1943 in Tilburg het nummer 100 meter hardlopen (11,7 seconden). Met BVV won hij in 1945 de Zilveren Bal en de club speelde van 1920 tot 1945 onafgebroken in de eerste klasse van de KNVB. Zowel bij Longa als bij BVV speelde Van der Waals in de voorhoede. In 1952, hij werkte toen als huisschilder in Moergestel, begon Van der Waals een trainersloopbaan. Hij startte bij het Moergestelse Audacia, waar hij voor zijn trainersactiviteiten vijf gulden per week ontving. Van der Waals deed Audacia er eigenlijk maar bij. Hij trainde ook het hoger geplaatste Uno Animo uit Loon op Zand, waardoor de trainer bij de zondagse wedstrijden van Audacia verstek moest laten gaan. Hij bleef meer dan tien jaar trainer van Audacia. In 1962-1963 was hij trainer bij het Berkel-Enschotse Jong Brabant, waarmee hij in dat seizoen het kampioenschap behaalde, maar hij bleef ook Uno Animo trainen. Ook trainde hij daarna nog het Tilburgse Gudok. Alcohol was voor de sportman Van der Waals taboe. Hij overleed op 3 december 1969 te Moergestel op zijn werk (Gebr. Wolfs) en is op 6 december 1969 begraven op het Petruskerhof te Oisterwijk. Literatuur: Martin van der Waals, ‘Antoon van der Waals. Een Oisterwijkse voetballer van hoog niveau’, De Kleine Meijerij 60 (2009) 22-26. |