Willems, Johannes Martinus (Joan)Geboren te Tilburg op 14 maart 1909 als zoon van Petrus Johannes Willems (Oisterwijk 3 februari 1876-Tilburg 22 januari 1939), hoofd openbare ULO-school te Tilburg, en Adriana Maria van Iersel (Oisterwijk 5 oktober 1869-1 november 1954). Hij verloofde zich in 1933 en huwde op 24 mei 1944 te Amsterdam met Catharina Maria Magdalena (Ina)Tholens (Amsterdam 17 december 1914-31 juli 2003), dochter van architect K.P. Tholens, met wie hij acht zonen en drie dochters kreeg. Willems studeerde korte tijd aan het kleinseminarie te Sint-Michielsgestel en daarna aan het Odulphuslyceum in Tilburg (gymnasium-a). Rond een van zijn leraren op het gymnasium, de priester dr P.C. de Brouwer, werd in 1926 het Noordbrabants Studentengilde opgericht. Joan Willems werd ook gildebroeder. Vervolgens schreef hij zich in 1928 in voor drie studies aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam (klassieke letteren, archeologie en prehistorie en kunstgeschiedenis, geen van allen voltooid). Hij werd lid van de RKSV Thomas Aquinas (preses in 1930). Hij kwam in deze jaren in contact met diverse studenten die er (rechts-)radicale politieke ideeën op na hielden. Zijn kritiek op de ideologische gelijkgezindheid van de katholieke zuil en de formele politieke eenheid die in de Rooms-Katholieke Staatspartij gestalte kreeg, zal hierdoor zeker zijn gevoed. Willems werd redacteur van het tijdschrift Brabantia Nostra (1935) en lid van het stichtingsbestuur van Brabantia Nostra (1937). Hij werd in 1936 assistent-conservator van het Museum van het Provinciaal Genootschap te ’s-Hertogenbosch. In de oorlogsjaren was hij gewestelijk secretaris van de Nederlandsche Unie in Noord-Brabant (1940-1941) en verantwoordelijk voor ledenwerving, propaganda en opzetten plaatselijke afdelingen. Hij was met kerstmis 1940 een van de mannen die vanuit Brabantia Nostra kwamen tot de oprichting van een ‘Werkgemeenschap voor Brabantse Heemkunde’. Willems raakte betrokken bij de illegale bladen Christofoor en Je Maintiendrai. De vele gesprekken en discussies met zijn vriend Geert Ruygers resulteerden in het gezamenlijk opgestelde en in Christofoor verschenen artikel Katholieke actie en politieke actie. Dit artikel bevatte een pleidooi voor een vrije politieke partijkeuze voor katholieken en samenwerking van gelijkgezinden met een verschillende levensbeschouwelijke achtergrond in één partij. De hier ontvouwde denkbeelden vormden de leidraad voor het latere politieke handelen van Willems. Na de oorlog was hij medeoprichter van de PvdA en vooraanstaande Brabantse 'doorbraak'-socialist en voorman van de Katholieke Werkgemeenschap in de PvdA (1947). In 1949 kwam hij vanuit Tilburg in Oisterwijk wonen. Hij was lid van de Oisterwijkse gemeenteraad van 1 september 1953 tot 6 september 1966. Hij was landelijk secretaris van de PvdA (1946-1967), lid van de Tweede Kamer (1946-1970) en vicevoorzitter van de PvdA-kamerfractie (1952-1967). Willems was in 1959 en 1963 PvdA-lijsttrekker in de zuidelijke provincies. Was in 1954 de voornaamste woordvoerder van de katholieken in de PvdA die zich keerden tegen het 'Mandement' van de bisschoppen. Hield zich als kamerlid vooral bezig met culturele zaken en Koninkrijksaangelegenheden (Suriname en de Antillen). Had grote belangstelling voor monumentenzorg (lid Monumentenraad vanaf 1946, tevens ondervoorzitter Rijkscommissie Oudheidkundig Bodemonderzoek van de Monumentenraad vanaf ongeveer 1958). Van 1954 tot 1974 lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant (fractievoorzitter PvdA-statenfractie 1962-1970). Hij verliet in 1970 met Geert Ruijgers de PvdA-kamerfractie die onder druk van de vernieuwingsbeweging plaats inruimde voor nieuwe mensen. Willems werd lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (1970-1974). Hij werd in 1958 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij overleed te Oisterwijk op 30 november 1974. Zijn zoon Wilbert Jan (Wilbert) Willems (Tilburg 2 november 1946) was in de periode 1981-1994 kamerlid voor de PSP en GroenLinks. Literatuur: J. van den Eijnde, Joan Willems (1909-1974). Politiek-biografische schets van een doorbraakkatholiek, die zijn idealisme aan de werkelijkheid verloor (doctoraal scriptie Nijmegen 1990); Jeroen van den Eijnde, ‘Willems, Joan (1909-1974)’, in J. van Oudheusden e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders. deel 1 (Meppel/Amsterdam 1992) 201-204; J.L.G. van Oudheusden, Brabantia Nostra. Een gewestelijke beweging voor fierheid en ’schoner leven’ 1935-1951 (Tilburg 1990); http://www.parlement.com; Regionaal Archief Tilburg, Familiepapieren afkomstig uit de boedel van J.M. Willems te Oisterwijk (1797-1942). |